2HVa IV Leesvaardigheid

Welkom 2HVa
Taalvoutje

Zie je de fout hiernaast? 
Hoe zou jij de zin hiernaast corrigeren?

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Welkom 2HVa
Taalvoutje

Zie je de fout hiernaast? 
Hoe zou jij de zin hiernaast corrigeren?

Slide 1 - Slide

planning
  • voorlezen
  • Songbook - welke song en waarom?
  • aan de slag

Slide 2 - Slide

lesdoel
  • je weet tekstverbanden en hebt er mee geoefend
  • je weet onderwerp en hoofdgedachte te formuleren van een tekst

Slide 3 - Slide

het Nederlands songbook
De volgende nummers hebben al een plekje:
Mag ik dan bij jou - Fien
Zoutelanden - Loek
Parijs - Yousra
Papa (Susan & Freek) - Goisuè
Lizzy - samen voor altijd (Marco Borsato)
Lizzy - samen voor altijd (Marco Borsato)

Slide 4 - Slide

het Nederlands songbook
Ik geef het woord aan: 
Matou - weg van jou (Susan en Freek)

Waarom moet dit nummer een plekje krijgen in ons songbook?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

het Nederlands songbook
Ik geef het woord aan: 
Hugo - Bloed, zweet en tranen

Waarom moet dit nummer een plekje krijgen in ons songbook?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag
terugblik theorie leesvaardigheid tot nu toe
opbouw - functie per deel - verbanden

Je maakt twee vragen/opdrachten:
1. theoretische vraag (goed/fout)
2. praktische vraag (toepassing) 

Slide 9 - Slide

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 10 - Slide

Bedankt en tot de volgende les

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Tekstdelen en hun functies
Inleiding: de aandacht van de lezer trekken, het onderwerp introduceren
Middenstuk: meer informatie over het onderwerp geven (deelonderwerpen uitwerken: uitleg en/of voorbeelden geven, vragen beantwoorden enz.)
Slot: een samenvatting of een conclusie schrijven. Niets nieuws!

Slide 13 - Slide

Leesstrategieën en functies
Verkennend lezen: je bekijkt de titel, plaatjes, tussenkopjes en evt. bron en leest de 1e alinea (inleiding). Bedenk dan waarover de hele tekst gaat (onderwerp).
Nauwkeurig lezen: je leest de hele tekst om hem te begrijpen. 
Zoekend lezen: je zoekt een bepaald woord, begrip of naam op. Soms verwijst een vraag ook naar een alinea.
Studerend lezen: je leest de hele tekst om hem te kunnen onthouden.

Slide 14 - Slide

Tekstdoelen
Informeren: je krijgt informatie over een onderwerp (waarover je nog niets/niet veel wist -> iets is nieuw)
Uitleg geven: je krijgt uitleg over hoe iets werkt, in elkaar zit of gebruikt moet/kan worden
Overtuigen: een schrijver wil zijn mening overbrengen op jou als lezer en dat je die zelfde mening hebt
Opiniëren: een schrijver wil je na laten denken over een onderwerp en je zelf een mening laten vormen
Overhalen (activeren): een schrijver wil dat je iets gaat doen, bijvoorbeeld kopen
Amuseren: een schrijver wil je vermaken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Wat is het tekstdoel van de Donald Duck?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 19 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recept voor bananencake?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een reclamefolder?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
opiniëren

Slide 21 - Quiz