P&F Les 4 Versterferfrecht deel II

Les 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Personen- en familierechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Wettelijk erfrecht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wanneer het in art. 4:1 BW gaat over "Erfopvolging bij versterf" gaat het om:
A
wettelijk erfrecht
B
testamentair erfrecht

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

art. 4:10 BW
  • De erfgenamen zijn verdeeld in 4 groepen.
  • Bij een overlijden wordt eerst gekeken naar erfgenamen in groep 1 (sub a).
  • Heeft de erflater geen erfgenamen in groep 1, dan wordt gekeken naar erfgenamen in groep 2 (sub b).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Azdin en Oumaima zijn getrouwd en hebben samen 2 kinderen. Ook de ouders van Azdin zijn beide nog in leven. Azdin overlijdt.
Wie zijn zijn erfgenamen?
A
Oumaima
B
Oumaima en de 2 kinderen
C
Oumaima en zijn ouders
D
De ouders van Azdin

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kijk in art. 4:11 BW en geef aan hoeveel ieder erft.
A
Oumaima erft alles
B
Oumaima erft de helft, de kinderen samen de andere helft
C
Oumaima en de kinderen erven ieder evenveel, namelijk eenderde

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Versterferfrecht, art. 4:11 BW
  • Groepen erfgenamen zijn bloedverwanten.
  • Voor kinderen geldt dat alleen juridische kinderen erven.

Bepalen erfdelen:
  1. Kijken naar het huwelijksvermogen 
  2. Wat overblijft is de nalatenschap en die wordt verdeeld onder de erfgenamen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Casus
Vader (V) en moeder (M) zijn getrouwd.
Samen drie kinderen. 
De oudste van de drie is overleden.
Dit kind liet zelf twee kinderen na.
V overlijdt.
Wie erft?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Plaatsvervulling, art. 4:12 BW
Geldt alleen voor een kind of kleinkind.
Kan alleen plaatsvinden bij:
  1. vooroverlijden;
  2. verwerping;
  3. onwaardigheid.
In testament uitdrukkelijk bepalen!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rahim en Elif zijn gehuwd. Samen bezitten zij een huis ter waarde van € 220.000. Hierop rust nog een hypotheek van
€ 140.000. Rahim overlijdt.
Wat is de waarde van zijn nalatenschap?

Slide 13 - Open question

220.000 minus 140.000 = 80.000
De nls van Rahim is de helft van het gezamenlijke vermogen, dus 40.000
Rahim heeft geen testament gemaakt. Art. 4:10 BW bepaalt dat zijn vrouw Elif en hun drie kinderen zijn erfgenamen zijn.
De nalatenschap bedraagt € 40.000.
Hoeveel bedraagt het erfdeel van iedere erfgenaam?
A
Van zijn vrouw € 30.000 en vd kinderen samen € 10.000
B
Van zijn vrouw de helft en vd kinderen samen € 20.000
C
Erfdeel van ieder is € 10.000
D
De kinderen erven alles

Slide 14 - Quiz

Art. 4:11 BW 
Gevolgen wettelijke verdeling
  1. De nalatenschap wordt toebedeeld aan Elif. 
  2. De kinderen krijgen ieder een geldvordering op hun moeder ter grootte van hun erfdeel. 
  3. Pas bij haar overlijden, ontvangen zij dit erfdeel in handen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Om de geldvorderingen van de kinderen te beschermen, zijn in de wet "wilsrechten" opgenomen. Lees art. 4:19 t/m 4:22 BW.
Wanneer kun je een wilsrecht inroepen?

Slide 16 - Open question

Bronnenboek blz. 106-107
Stel jij overlijdt. Je hebt nog geen testament gemaakt, dus de wet is van toepassing.
Wie zijn dan jouw erfgenamen en hoe groot is ieders erfdeel?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions