les 1: leesstrategieën

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 
- Ik kan de verschillende leesstrategieën benoemen
- Ik kan aangeven wanneer ik welke leesstrategie inzet. 

Slide 3 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Leesstrategieën zijn alle handelingen die een lezer doet om op een zo goede mogelijk en snel mogelijke manier een leesdoel te bereiken. Welke strategie je kiest, hangt dus af van je leesdoel. 
Bepaal dus altijd eerst je doel, waarom je iets leest, en kies dan de juiste leesstrategie. 
 
In deze les bespreken we de 6 leesstrategieën  met daarbij het bijbehorende leesdoel:

zoekend lezen, oriënterend lezen, globaal lezen, intensief lezen, studerend lezen, kritisch lezen


Slide 5 - Slide

  1. Zoekend lezen → is een handige strategie als je heel gericht naar informatie gaat zoeken
  2. Oriënterend lezen → gebruik je als je het onderwerp van de tekst wil achterhalen. Je bekijkt de tekst van van een afstandje. 
  3. Globaal lezen → gebruik je als je de deelonderwerpen van de tekst wil bepalen. 
  4. Intensief→ is handig als je de hele tekst wil begrijpen. 
  5. Studerend lezen →Gebruik je als je de hoofdzaken wil weten en de tekst wil begrijpen. Hierna maak je er een samenvatting van om te leren, zodat je de belangrijkste informatie uit de tekst ook echt onthoudt.
  6. Kritisch lezen → is handig als je wil bepalen of de tekst betrouwbaar is. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

leesstrategie
leesdoel 
aanpak
Zoekend lezen 
Informatie opzoeken 
Je kijkt allereerst naar de tussenkopjes en de opvallende woorden, om te bepalen in welke alinea of stukje tekst het antwoord waarschijnlijk te vinden is. Als je weet waar de informatie staat, ga je intensief lezen.
Oriënterend lezen 
Onderwerp vaststellen, eerste indruk krijgen
Bekijk de tekst. Kijk naar: 
de titel, de tussenkopjes, de illustraties, de anders gedrukte woorden, de bron. Lees de eerste alinea. 
Globaal lezen 
Deelonderwerpen/ hoofdzaken bepalen
Lees de tussenkopjes, lees de eerste en de laatste alinea, lees de eerste en de laatste zin van alle alinea's
Intensief lezen 
De tekst helemaal goed lezen en begrijpen. 
Je gaat de tekst helemaal lezen en zo nodig zoek je de betekenis van moeilijke woorden op. Je kijkt hoe alinea’s met elkaar samenhangen en doorziet zo de structuur van de tekst en weet de hoofdgedachte. 

Slide 8 - Slide

leesstrategie
leesdoel 
aanpak
Studerend lezen 
Je wilt de tekst onthouden.
Lees de tekst oriënterend, globaal en intensief.
Leg verbanden met wat je al kent of weet. Zo onthoud je de informatie beter.
Maak schema's en/of samenvattingen en gebruik daarbij sleutel- en signaalwoorden.
Controleer jezelf: Stel overhoorvragen. Leg de leerstof aan iemand anders uit.
kritisch lezen 
De inhoud van de tekst beoordelen
Je leest de tekst grondig en denkt na over de inhoud en vergelijkt die met wat je al weet of ergens anders hebt opgezocht. 

Slide 9 - Slide

Even proberen 
Kies voor de volgende situaties de juist leesstrategie. Kies uit: 
a. zoekend lezen 
b. oriënterend lezen
c. globaal lezen 
d. intensief lezen
e. studerend lezen
f. kritisch lezen 

Noteer steeds de juiste letter in je schrift. 

Slide 10 - Slide

  1. Een tekst doorlezen, voordat je de vragen gaat lezen en maken.
  2. Bij het leren van een proefwerk Geschiedenis over Europa onderstreep je de hoofdzaken.
  3. Je kijkt wie een bepaald artikel heeft geschreven en waar het gepubliceerd is.
  4. Je bepaalt wat de hoofdgedachte van de tekst is.
  5. Je zoekt in de catalogus van jullie bibliotheek naar een boek voor je lijst.
  6. Als je informatie over het humanisme hebt gevonden, kom je moeilijke woorden tegen en je zoekt de betekenis daarvan op.




a. zoekend lezen 
b. oriënterend lezen
c. globaal lezen 
d. intensief lezen
e. studerend lezen
f. kritisch lezen 

Slide 11 - Slide

Antwoorden 
1. c
2. d
3. b
4. d
5. a
6. d

Slide 12 - Slide

Welke van de strategieën is geen leesstrategie?
A
Intensief lezen
B
Oriënterend lezen
C
Onderzoekend lezen
D
Globaal lezen

Slide 13 - Quiz

Welke leesstrategie pas je toe om deelonderwerpen in de tekst te vinden?
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen
D
Nauwkeurig lezen

Slide 14 - Quiz

Ik moet leren voor een toets, welke leesstrategie pas ik toe?
A
Zoekend lezen
B
Studerend lezen
C
Oriënterend lezen
D
Globaal lezen

Slide 15 - Quiz

Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:
A
Studerend lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Nauwkeurig lezen

Slide 16 - Quiz

Bij welke leesstrategie zou ik woorden die ik niet begrijp op moeten zoeken in het woordenboek?
A
Scannend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 17 - Quiz

Bij welke leesstrategie lees ik de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's ?
A
Zoekend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Studerend lezen

Slide 18 - Quiz

Bij intensief lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
Voor de helft
C
Nog niet

Slide 19 - Quiz

Huiswerk
Lees in je werkboekje van leesvaardigheid blok 1 door en maak de opdrachten. 

klaar? lezen in je leesboek

Slide 20 - Slide