les 6: leesstrategiën

les 6: leesstrategiën
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

les 6: leesstrategiën

Slide 1 - Slide

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- boek, schrift en leesboek op tafel



timer
0:30

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken en bespreken

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 
- Ik kan de verschillende leesstrategieën benoemen
- Ik kan aangeven wanneer ik welke leesstrategie inzet. 

Slide 5 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Wat is het verschil tussen de hoofdgedachte van een tekst en de hoofdzaken?

Als je op zoek gaat naar de hoofdzaken, moet je de tekst dan helemaal letter voor letter lezen?


Slide 6 - Slide

Leesstrategieën
Leesstrategieën zijn alle handelingen die een lezer onderneemt om op een effectieve en efficiënte manier een leesdoel te bereiken. Welke strategie je kiest, hangt dus af van je leesdoel. 
 In deze les bespreken we de 6 leesstrategieën  met daarbij het bijbehorende leesdoel.

zoekend lezen, oriënterend lezen, globaal lezen, intensief lezen, studerend lezen, kritisch lezen


Slide 7 - Slide

  1. Zoekend lezen → is een handige strategie als je heel gericht naar informatie gaat zoeken
  2. Oriënterend lezen → gebruik je als je het onderwerp van de tekst wil achterhalen. Je bekijkt de tekst van van een afstandje. 
  3. Globaal lezen → gebruik je als je de deelonderwerpen van de tekst wil bepalen. 
  4. Intensief→ is handig als je de hele tekst wil begrijpen. 
  5. Studerend lezen →Gebruik je als je de hoofdzaken wil weten en de tekst wil begrijpen. Hierna maak je er een samenvatting van om te leren, zodat je de belangrijkste informatie uit de tekst ook echt onthoudt.
  6. Kritisch lezen → is handig als je wil bepalen of de tekst betrouwbaar is. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

leesstrategie
leesdoel 
aanpak
Zoekend lezen 
Informatie opzoeken 
Je kijkt allereerst naar de tussenkopjes en de opvallende woorden, om te bepalen in welke alinea of stukje tekst het antwoord waarschijnlijk te vinden is. Als je weet waar de informatie staat, ga je intensief lezen.
Oriënterend lezen 
Onderwerp vaststellen, eerste indruk krijgen
Bekijk de tekst. Kijk naar: 
de titel, de tussenkopjes, de illustraties, de anders gedrukte woorden, de bron. Lees de eerste alinea. 
Globaal lezen 
Deelonderwerpen/ hoofdzaken bepalen
Lees de tussenkopjes, lees de eerste en de laatste alinea, lees de eerste en de laatste zin van alle alinea's
Intensief lezen 
De tekst helemaal goed lezen en begrijpen. 
Je gaat de tekst helemaal lezen en zo nodig zoek je de betekenis van moeilijke woorden op. Je kijkt hoe alinea’s met elkaar samenhangen en doorziet zo de structuur van de tekst en weet de hoofdgedachte. 

Slide 10 - Slide

leesstrategie
leesdoel 
aanpak
Studerend lezen 
Je wilt de tekst onthouden.
Lees de tekst oriënterend, globaal en intensief.
Leg verbanden met wat je al kent of weet. Zo onthoud je de informatie beter.
Maak schema's en/of samenvattingen en gebruik daarbij sleutel- en signaalwoorden.
Controleer jezelf: Stel overhoorvragen. Leg de leerstof aan iemand anders uit.
kritisch lezen 
De inhoud van de tekst beoordelen
Je leest de tekst grondig en denkt na over de inhoud en vergelijkt die met wat je al weet of ergens anders hebt opgezocht. 

Slide 11 - Slide

even proberen 
Kies voor de volgende situaties de juist leesstrategie. Kies uit: 
a. zoekend lezen 
b. oriënterend lezen
c. globaal lezen 
d. intensief lezen
e. studerend lezen
f. kritisch lezen 

Noteer steeds de juiste letter in je schrift. 

Slide 12 - Slide

  1. Een tekst doorlezen, voordat je de vragen gaat lezen en maken.
  2. Bij het leren van een proefwerk Geschiedenis over Europa onderstreep je de hoofdzaken.
  3. Je kijkt wie een bepaald artikel heeft geschreven en waar het gepubliceerd is.
  4. Je bepaalt wat de hoofdgedachte van de tekst is.
  5. Je zoekt in de catalogus van jullie bibliotheek naar een boek voor je lijst.
  6. Als je informatie over het humanisme hebt gevonden, kom je moeilijke woorden tegen en je zoekt de betekenis daarvan op.




a. zoekend lezen 
b. oriënterend lezen
c. globaal lezen 
d. intensief lezen
e. studerend lezen
f. kritisch lezen 

Slide 13 - Slide

Antwoorden 
1. c
2. d
3. b
4. d
5. a
6. d

Slide 14 - Slide

Aan het werk
blok 6, lezen, §6.11, opdracht 29 tm 35

klaar? lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 15 - Slide

Afsluiting 
- wat ga jij nog doen om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de toets?

Slide 16 - Slide

Huiswerk
blok 6, lezen, §6.11, opdracht 29

Slide 17 - Slide