Spelling blok 1 en 2

Na deze les ken je de regels van het vervoegen van werkwoorden en kun je ze toepassen. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Na deze les ken je de regels van het vervoegen van werkwoorden en kun je ze toepassen. 

Slide 1 - Slide

Spelling H1 en H2
- herhalen (wat hebben we voor de vakantie gedaan?)
- uitleg
-werkwoorden vervoegen
- Engelse werkwoorden vervoegen
- hoofdletters

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je het werkwoord: landen?


Het vliegtuig ………………………..om 3 uur precies.
De piloten ………………………….. en stijgen wel 20 keer per maand.
Ik ……………………………..met de helikopter.
Gister is het vliegtuig .......................
Het ..............................vliegtuig wacht op een sein.

Slide 4 - Slide

Hoe schrijf je het werkwoord verhuizen?

Gister is mijn buurvrouw ............................
De jongen .............................elke twee jaar.
De meisjes ......................vorige week naar Engeland.
De ........................man is gelukkig. 

Slide 5 - Slide

Engelse leenwoorden vervoegen
Werkwoorden die geleend zijn uit het Engels, worden vervoegd volgens de Nederlandse regels.

Ze krijgen dus de uitgangen -t en -en in de tegenwoordige tijd, -de(n) of -te(n) in de verleden tijd en -d of -t in het voltooid deelwoord. Soms staat er een e voor de uitgang omdat dat nodig is voor de uitspraak.

Slide 6 - Slide

faxen - faxt - faxte - gefaxt
Het ezelsbruggetje van 't kofschip (dat helpt bij het afleiden van de juiste verledentijdsvorm) werkt ook bij uit het Engels geleende werkwoorden. 
Ook na de klanken [sj] en [tsj] (meestal geschreven als sh en ch) volgt -t(e): jij/hij bruncht - brunchte - gebruncht en jij/hij smasht - smashte - gesmasht.

Slide 7 - Slide

racen - racet - racete - geracet
Dit type is vergelijkbaar met het vorige type, alleen is er nu een extra e in de vervoegingen nodig (race is de stam). Hij ract is niet goed herkenbaar en wordt ook niet goed uitgesproken. 

 De kofschipregel blijft van toepassing: de laatste klank van de stam is de stemloze [s]-klank.

Slide 8 - Slide

streamen - streamt - streamde - gestreamd

Werkwoorden van het type streamen, waarbij de laatste klank van de stam niet in ’t kofschip zit, worden vervoegd zoals remmen: met een d in de verleden tijd en het voltooid deelwoord (niet met -ed). Net zoals het ik rem - jij/hij remt - remde - geremd is, is het ik stream - jij/hij streamt - streamde - gestreamd.

Slide 9 - Slide

1. Mijn vader (downloaden) elke dag wel een paar nieuwe liedjes.
A
download
B
downloat
C
downloadt

Slide 10 - Quiz

2. (Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet

Slide 11 - Quiz

3. Pim (crossen) met zijn mountainbike gewoon over het ijs heen!
A
croste
B
crosste
C
crosde

Slide 12 - Quiz

4. Bas en Gijs (skaten) met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden

Slide 13 - Quiz

5. Jouw vriendin heeft op dat feestje met Stan (flirten).
A
geflirt
B
geflird
C
geflirtt
D
geflirrd

Slide 14 - Quiz

6. Tijdens de schoolreis naar Brussel hebben we (raften) over een wilde rivier.
A
gerafft
B
geraffed
C
geraft
D
gerafd

Slide 15 - Quiz

7. Had Hidde jou nou (taggen) in die foto op Facebook?
A
getagged
B
getagd
C
getagget
D
getagt

Slide 16 - Quiz

bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Slide

bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord








sterke ww- en

zwakke ww -e


de geslagen hond

de vergrote foto

Slide 18 - Slide

stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden


Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en


nieuwe stofnamen krijgen geen uitgang

Slide 19 - Slide

hoofdletters
- begin van de zin
-namen
- de uitzonderingen

Slide 20 - Slide

begin van de zin

De meisjes hebben het huiswerk wel gemaakt.

's Morgens gaan we naar school.

29 leerlingen zitten in deze klas.

Slide 21 - Slide

namen
Gerrit                                     M. Brink
mevrouw Ten Brink        Marianne Betzema-ten BrinkBoschstraat
Gelderland                          Het hemelse gerecht
Ajax                                        de Tweede Wereldoorlog
Tweede Kamerlid

 

Slide 22 - Slide

kleine letter!
Maar namen van dagen, maanden, windstreken, jaargetijden en tijdperken schrijf je met een kleine letter



    zaterdag, december, noord, noordoost en winter, middeleeuwen, renaissance en romantiek.

Slide 23 - Slide