Les 2

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlandse taal en literatuur



Schrijfvaardigheid (T5_1)
Les 2

Slide 1 - Slide

Programma
Schrijfvaardigheid
Blok 1 Opdracht 4 en 5
Welke casussen?
Tekstsoorten
BOOSTER-opdracht
Afronding

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij schrijfvaardigheid?

Slide 3 - Open question

Wat is het nut van schrijfvaardigheid?

Slide 4 - Open question

Wat is een zakelijke brief?

Slide 5 - Open question

Noem drie vormkenmerken van een zakelijke brief (m.a.w.: waaraan herken je een zakelijke brief)?

Slide 6 - Open question

Blok 1 Opdracht 4
Wat is een aanhef?

Slide 7 - Slide

Blok 1 Opdracht 4
1. Geachte medewerker, / Geachte heer De Lange, / Geachte mevrouw De Lange,
2. Geachte heer/mevrouw, / Geachte heer, mevrouw,
3. Geachte mevrouw Van Gieten-de Bruin,

Slide 8 - Slide

Blok 1 Opdracht 5

Slide 9 - Slide

Welke casussen hebben we meegenomen?

Slide 10 - Slide

Tekstsoorten
Uiteenzetting                          Beschouwing                               Betoog

Slide 11 - Slide

Tekstsoorten

Slide 12 - Slide

BOOSTER-opdracht 
Check - wat kan ik al?
De casus: 
Je bent een leerling in havo-5 en je hebt in de afgelopen jaren veel geleerd over de Nederlandse taal en literatuur. Je hebt de opdracht gekregen om een uiteenzetting te schrijven waarin je uiteenzet waarom het belangrijk is om de Nederlandse taal goed te kunnen beheersen in de moderne samenleving. Je docent verwacht een goed onderbouwde, feitelijke zakelijke tekst van minimaal 200 woorden, die met de hand is geschreven. Denk ook aan de vormkenmerken van de zakelijke brief, sluit af met passende slotzin.

Stap 1: Brainstorm - wat wil je gaan schrijven?
Stap 2: Orden - wat wil je waar gaan schrijven?
Stap 3: Bepaal de opbouw - inleiding, middenstuk, slot? Eventueel tekststructuur (vraag-antwoord, probleem-oplossing)
Stap 4: Schrijf de tekst
Stap 5: Lees terug
Stap 6: Evalueer - wat ging er goed? Wat ging er minder goed? Laat eventueel iemand meekijken
Stap 7: Reviseer - pas aan!

Slide 13 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

Afronding
Huiswerk (in agenda): maak stap 1 t/m 3 van de BOOSTER-opdracht

Volgende les: theorie Blok 1 en Blok 2

Slide 15 - Slide