Project grammatica spelling en formuleren les 6

Project grammatica spelling en formuleren

samengestelde zinnen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Project grammatica spelling en formuleren

samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Deze les

- Lesdoel
- Terugblik/voorkennis
- Uitleg
- Aan de slag
- controle

Slide 2 - Slide

Lesdoel
• Je weet hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.
• Je weet hoe je de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling moet vinden.

Slide 3 - Slide

Waarom leren we de begrippen rondom grammatica en (werkwoord)spelling?

Slide 4 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.

Slide 5 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Wie van jullie is komen lopen?

Slide 6 - Open question

Wat is het gezegde?
De consumenten hebben Ikea uitgeroepen tot beste winkelketen van Nederland.

Slide 7 - Open question

Benoem de persoonsvorm
Anja miste haar oude klasgenootjes een beetje, maar de nieuwe waren ook aardig.

Nu ik er langer over nadenk, vind ik het een geweldig idee!

Streven jullie ook naar een hoog cijfer of nemen jullie genoegen met een zesje?

Slide 8 - Slide

Samengestelde zin
Anja miste haar oude klasgenootjes een beetje, maar de nieuwe waren ook aardig.

Nu ik er langer over nadenk, vind ik het een geweldig idee!

Streven jullie ook naar een hoog cijfer of nemen jullie genoegen met een zesje?

Slide 9 - Slide

Samengestelde zin
Twee zinnen samenvoegen

Hij studeerde zeebiologie. Hij ging daarna naar de kunstacademie.

Hij studeerde zeebiologie en ging daarna naar de kunstacademie.

Hij studeerde zeebiologie, maar ging daarna naar de kunstacademie.

Hij studeerde zeebiologie, daardoor ging hij daarna naar de kunstacademie.

Wat is het verschil in betekenis?

Slide 10 - Slide

Voegwoord vs signaalwoord
beide termen voor ongeveer hetzelfde

Hij studeerde zeebiologie, maar ging daarna naar de kunstacademie.

Het voegt zinnen samen en geeft tegelijk een signaal dat er een tegenstelling komt.


Slide 11 - Slide

Theorieblok doorlezen
Neem 2 minuten om het theorieblok op bladzijde 35 en op bladzijde 102 door te lezen.
timer
2:00

Slide 12 - Slide

Aan de slag
- Ga weer in de groepjes zitten.
- Lees goed in het boekje wat je moet doen.
- Ik loop rond -> eerst zelf goed lezen (ook de theorieblokjes).

Maken Formuleren hs. 4 opdracht 1, 6, 7 (8,) 9, 10 (Boek B p. 35-36)
Maken Formuleren hs. 5 opdracht (7,) 8, 9 ( Boek B p.102 – 103) Online!

Slide 13 - Slide

Lesdoel
• Je weet hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.
• Je weet hoe je de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling moet vinden.

Slide 14 - Slide

controlevragen
• Welke zinsdelen kunnen wel met een voorzetsel beginnen en welke zinsdelen niet?
• Welk zinsdeel zijn maten, gewichten, afstanden?
• Wat is een loos onderwerp?
• Welke koppelwerkwoorden kunnen ook zelfstandige werkwoorden zijn?

Slide 15 - Slide