Grammaire et parler 1hv2

Bienvenue
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?

  • Herhaling l'adjectif
  • Oefenen met uitspraak
  • Spreekopdracht

Slide 2 - Slide

Objectifs du cours
Wat kunnen we aan het eind van de les?

  • We kunnen het bijvoeglijk naamwoord goed gebruiken
  • We weten hoe we verschillende Franse woorden waar we moeite mee hebben moeten uitspreken
  • We weten wat onze plus- en verbeterpunten zijn bij spreekvaardigheid

Slide 3 - Slide

Sophie est [...] (gebruik "grand")

Slide 4 - Open question

Arthur et Paul sont [...]. (gebruik "intelligent"
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligents
D
intelligentes

Slide 5 - Quiz

J'ai une [...] cuisine. (gebruik "petit")

Slide 6 - Open question

Les murs de ma chambre sont [...]
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees

Slide 7 - Quiz

Oefenen uitspraakregels

Slide 8 - Slide

Es / est

  •  Tu es
  • Il/elle est



Slide 9 - Slide

Un / une

  • Un garçon
  • Une fille



Slide 10 - Slide

Fille

  • Fille
  • Travailler
  • Vanille



Slide 11 - Slide

Cheveux 

  • Cheveux
  • Chanson
  • Champion



Slide 12 - Slide

Homme

  • Homme
  • Hôtel
  • Hôpital



Slide 13 - Slide

-S- aan het eind van het woord

  • Les tables
  • Les livres
  • Rouges



Slide 14 - Slide

Andere medeklinkers aan het eind van het woord

  • Trop
  • Beaucoup
  • Cheveux



Slide 15 - Slide

Woorden met een Q

  • Qui
  • Que
  • Quel



Slide 16 - Slide

Oefenzinnen
1. La fille a des cheveux longs.

2. Pour devenir champion, tu dois travailler dur!

3. Les livres sont sur les tables.



Slide 17 - Slide

Spreekopdracht
We gaan nog een keer oefenen met spreken.
Je mag kiezen uit twee dingen:

  • Beschrijf het uiterlijk van een beroemdheid of iemand anders die je kent (vermeld over wie het gaat in  je verhaal!)

  • Beschrijf een kamer in je huis

Slide 18 - Slide

Het uiterlijk van een beroemdheid / 
een bekende beschrijven
Gebruik zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden.

Denk aan de uitspraakregels in je verhaal!

Op wat jullie inleveren krijgen jullie van mij feedback op uitspraak en zinnen die je maakt.

Slide 19 - Slide

Een kamer in je huis beschrijven
Gebruik zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden.

Denk aan de uitspraakregels in je verhaal!

Op wat jullie inleveren krijgen jullie van mij feedback op uitspraak en zinnen die je maakt.

Slide 20 - Slide