Burgerlijke Cultuur Dans

Burgerlijke cultuur van Nederland
Dans
1 / 30
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Burgerlijke cultuur van Nederland
Dans

Slide 1 - Slide

Dans uit de Burgerlijke Cultuur

Slide 2 - Slide

Algemeen
  • Tot 1875 ontwikkeling dans vergelijkbaar met andere Europese landen. 1 verschil;
    In de Republiek danst de burgerij ipv het hof.
  • Muziek, dans en theater maken geen grootse vernieuwingen door. Heeft te maken met;
       - De republikeinse staatsvorm 
       - Het burgerlijke karakter
  • Calvinistisch standpunt, sober
  • Geen vernieuwingen tot Willem III (eind 17e eeuw)

Slide 3 - Slide

Kunst in de Republiek
diende
ergens voor

Slide 4 - Slide

Waarvoor diende kunst in de republiek?
Kunst diende ....
A
voor het vergroten van de burgerij's aanzien
B
ter verspreiding van het geloof
C
ter lering en vermaak
D
voor het draaiende houden van de economie

Slide 5 - Quiz

Dans maakte geen sterke ontwikkeling door

Slide 6 - Slide


Dans maakte geen grote ontwikkelingen door.
Wat denk jij dat een belangrijke factor was hiervoor?
A
Er was geen hof dat een enkele dansstijl bepaalde
B
Het duurde vaak lang voordat nieuwe dansen overkwamen uit buitenland
C
Men was meer gericht op de liedboeken waarmee ze zelf aan de slag konden
D
Het calvinistische geloof keurde dans af

Slide 7 - Quiz

De kerk is geen fan
  • Regenten en stadhouders zijn calvinistisch;
    --> Kunst enkel ter lering en vermaak.
    - Dans is gelinkt aan ketterij
    - Dans is gelinkt aan het katholicisme
    - Dans is passie -> kan leiden tot zonde 
  • Weinig tot geen opera en dansvoorstellingen. 
    Verwerkt in toneelstukken. 




Slide 8 - Slide

Invloeden uit buitenland
  • Hofdans (barok) Frankrijk en Italië
     
  • Comedia dell'arte
     
  • Engelse en Franse theatergezelschappen 


Slide 9 - Slide

Dans in deze periode

Dans was vooral aanwezig in:
  • de huiselijke kring
     - Dansles rijke burgerij
     - Volksfeesten
  • het theater
     - Tussendans - Rei(dans)
     - Slotballet


Belangrijke namen: Lodewijk de 14e, Jan Vos, Jean Baptiste Lully

Slide 10 - Slide

Binnen de huiselijke kring

Slide 11 - Slide

Invloed uit Hofdans (barok)
  • Frankrijk en Italië 
  • tamelijk statische (paar)dansen, bovenlichaam speelt nauwelijks een rol
  • bewegingen bestaan uit eenvoudige passen & sprongetjes
  • nauwelijks lichamelijk contact tussen de paren
  • dansen die choreografie kennen worden vaak in patronen gedanst (figuurdans)
  • kleding: slepen + puntschoenen -> beperken bewegingsvrijheid
  • Ballet zelfstandige kunstvorm; Academie Royale de la Danse
  • Dans en theater samensmelting (zonnekoning)

Slide 12 - Slide

Kenmerken Dans burgerij
Invloed kenmerken Hofdans
  • Sociale dans in paren, soms meerdere paren tegelijk
  • Voor rijke kooplieden in de Republiek een belangrijk:
    - Vergoten van aanzien (pronken)
    - Nemen dansles bij een dansmeester of  dansschool
    - Nodigde elkaar uit bij bals 
  • Op hetzelfde niveau als buurlanden willen blijven, leek veel op Klassieke stijl van Lodewijk XIV
  • Leren van dansmeesters/-scholen - choreografieën uit het buitenland 
  • Geschoold en beschaafd (in de ogen van de kerk)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Menuet - Franse gezelschapsdans in driekwartsmaat, die onder meer in hofkringen in de zeventiende en achttiende eeuw populair was en wordt gekenmerkt door langzame, afgemeten, statige bewegingen, kleine, sierlijke passen en het maken van reverences en buigingen 

Allemande - koppeldans met statige, vloeiende passen, modieus in 16e-eeuwse aristocratische kringen

Contredanse - dansgenre voor meerdere paren. De contredanse was een 18e-eeuwse Franse ontwikkeling van de Engelse countrydans. Elk paar danst zich een weg naar het hoofd van een dubbele lijn (mannen aan de ene kant, vrouwen aan de andere). Aan het hoofd van de rij danste het paar een duet voordat het de positie overgaf aan het volgende paar in de rij.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Volksdans
  • Veelal bij bijeenkomsten zoals carnaval, bruiloft en kermis
  • Ongenoteerde muziek, reizende muziekgroepen
  • Oorsprong bij vertoningen als bijv goochelaars
  • Hoe zo'n festijn eruit zag is terug te vinden in genrestukken 
  • Felle afkeur vanuit de kerk; zedeloos. Alleen vermaak, geen lering.
  • Dansmuziek was te beluisteren in muziekherbergen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Op het toneel

Slide 20 - Slide

Reizende theatergroepen
  • Uit Engeland, Italië en Frankrijk
  • Talenbarrière bracht pantomime om een boodschap over te brengen 
  • Vluchten uit eigen land ivm vervolgingen wegens hun beroep of geloof
  • Brachten tenminste 1 opvoering uit: Ballet de la Paix (1668) met Willem III: Samensmelting dans, theater, zang en spel.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Invloed: Commedia dell'arte
  • Meegenomen uit Italië door o.a. reizende theatergroepen.
  • Vaak ter plekke geïmproviseerd op basis van bestaande scenario’s. 
  • Optredens (op straat) bevatte allerlei disciplines: dans, zang, spelen, mimespelen, voordrachten
  • Handelingen aangevuld met acrobatiek, grappen en muziek. 
  • Vaste personages met altijd dezelfde uiterlijke kenmerken,  vaak overdreven karikaturen en maskers
  • Eerste beroepsacteurs en een acteur speelde altijd hetzelfde personage.

Slide 23 - Slide

Dans op het toneel was vooruitstrevend voor de tijd.
Waarom denk jij?
A
Zowel vrouwen als mannen mochten meedansen
B
Dans was acrobatisch
C
Er speelde veel buitenlandse opvoeringen
D
Men kon danser worden van beroep

Slide 24 - Quiz

Dans op het toneel
  • Geïnspireerd op andere Europese landen, met name Frankrijk.
  • Adel en rijke burgers verkozen echter opera boven ballet (klassieke onderwerpen)
  • Theatraal - Nadruk op: 
       -Verheerlijking van welstand en macht van de Republiek (ipv een vorst)
       -Verhalende, mythologische of allegorische (=symbolische voorstelling waarbij           een idee of abstract begrip wordt verbeeld ) onderwerpen
  • Dans ter ondersteuning van het verhaal. Ballet geen eigen voorstellingen tot eind 17e eeuw.

Slide 25 - Slide

  • Muziek ondersteunt de dans en zang op het toneel.
  • Acteurs zijn ook de dansers. Zowel mannen als vrouwen.
  • Dansbewegingen waren vaak pantomine.
  • Balletvormen die voorkwamen:
  • Tussendans; pauze moment waarin het verhaal wordt verduidelijkt. Vaak een reidans (=rondedans of een hand in hand uitgevoerde dans)
  • Slotballet; afsluiting van de voorstelling

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Even samenvatten

Slide 29 - Slide

Vragen?

Slide 30 - Slide