What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engelse werkwoorden LES 6 P1 3TG
LES 6 PERIODE 1
NEDERLANDS
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
LES 6 PERIODE 1
NEDERLANDS
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
LESDOEL:
JE HERHAALT DE ENGELSE WERKWOORDEN
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Analyse van jullie socrative-test
Jullie maken weinig fouten bij pvtt, vt en vd;
Sommigen hebben moeite met onvoltooid deelwoord;
De meeste fouten maken jullie bij de Engelse werkwoorden en daarom extra aandacht voor deze werkwoorden.
Slide 7 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Vorige lessen
Persoonsvorm
zwakke en sterke werkwoorden
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
infinitief
gebiedende wijs
Slide 10 - Slide
Deze les
Engelse werkwoorden: herhaling
Slide 11 - Slide
Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden? Wat is de belangrijkste regel?
Slide 12 - Mind map
Engelse werkwoorden
Bij de meeste Engelse werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden
Slide 13 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Stam Engelse werkwoorden
Stam - Haal
-en
van het hele werkwoord af.
Dealen - deal - ik deal
Volleyballen - volleybal - ik volleybal
Paintball - paintball - ik paintball
Slide 16 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel goed op de uitspraak.
Slide 17 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.
joggen
- ik jog - hij jog
t
- hij jog
de
- hij heeft gejogd
downloaden
- ik download - hij download
t
- hij download
de
- hij heeft gedownload
gamen
- ik game - hij game
t
- hij game
de
- hij heeft gegamed
Slide 18 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste
klank
.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.
racen
- ik race - hij race
t
- hij race
te
- hij heeft gerace
t
smashen
- ik smash - hij smash
t
- hij smash
te
- hij heeft gesmash
t
Slide 19 - Slide
Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen
- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd
grillen
- ik gril- hij gril
t
- hij gril
de
- hij heeft gegril
d
stressen
- ik stres - hij stres
t
- hij stres
te
- hij is gestres
t
Slide 20 - Slide
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 21 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.
Slide 22 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 23 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 24 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 25 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchdde
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchte
Slide 26 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd
Slide 27 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb al die oude contacten (vdw)
A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet
Slide 28 - Quiz
Welk Engels werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 29 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 30 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 31 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 32 - Quiz
huiswerk voor donderdag 21/9:
HAVO: MAAK OPDRACHT 7 OP BLZ 171
VWO: MAAK OPDRACHT 9 OP BLZ 173
DEZE OPDRACHT GAAT OVER DE ENGELSE WERKWOORDEN.
Slide 33 - Slide
WAT HEB JE GELEERD OVER DE ENGELSE WERKWOORDEN?
Slide 34 - Open question
More lessons like this
Engelse werkwoorden LES 6 P1 3TG
September 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
3havo Spelling Engelse ww
November 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Engelse werkwoorden LES 6 P1 3TG
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
3V Spelling Engelse ww + Meervouds-n bij verwijzing
September 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
November 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spelling Engelse werkwoorden
September 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3