derde les

Deze les
- stillezen boek 1
- huiswerkcontrole
- starten met Spelling (online en kahoot)
- nieuwsquiz

Lesdoelen: herhalen spellingsregels: wat weet je nog?  Inventariseren hoe je ervoor staat. 



Woord vd week:
speculeren =
1. dingen bedenken die misschien waar zijn/gebeuren
2. proberen geld te verdienen door dingen te kopen als je denkt dat ze meer waard worden
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolWOHBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

Deze les
- stillezen boek 1
- huiswerkcontrole
- starten met Spelling (online en kahoot)
- nieuwsquiz

Lesdoelen: herhalen spellingsregels: wat weet je nog?  Inventariseren hoe je ervoor staat. 



Woord vd week:
speculeren =
1. dingen bedenken die misschien waar zijn/gebeuren
2. proberen geld te verdienen door dingen te kopen als je denkt dat ze meer waard worden

Slide 1 - Slide

Mededelingen
De boekopdracht kan in een duo gemaakt worden
Je leest dan wel HETZELFDE boek

Geen boek? - notering in Magister, 2x is lesverwijdering!

Toets Leesvaardigheid : 26 september
Toets Spelling: 13 oktober

Slide 2 - Slide

stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat stillezen.



Na 20 minuten pak je je boek
en je laptop
timer
20:00

Slide 3 - Slide

Ontbreken Poezie (opdracht 7)

Amele (geen schrijfdossier)
Britt (geen schrijfdossier)
Casper
Daisy
Davina (geen schrijfdossier)
Halim
Han (geen schrijfdossier)
Willem







Jasmijn
Jesper
Jop
Lars
Niels
Sammie
Sanne
Siem
Teun
Tim
Tobias








Slide 4 - Slide

Ontbreken Poezie (opdracht 7)

Aurelie
Casper (geen schrijfdossier)
Chaima
Don
Dylan
Ivar (geen schrijfdossier)
Ivy-Blue
Jet
Kaylin


















Leon
Niels
Norah (geen schrijfdossier)
Renske
Ricci (geen schrijfdossier)
Rowan (geen schrijfdossier)
Ruben
Sep
Thijmen (geen schrijfdossier)
Ties
Tijn
Tim















Slide 5 - Slide

Schrijfdossier
- controleer ik vanmiddag OPNIEUW
- gedicht (opdracht 7) moet erin staan
- online heb je de overige oefeningen gedaan
- mocht iets niet goed zijn, dan moet je de opdracht opnieuw doen
- niks ingeleverd = afspraak maken om na te komen.

Slide 6 - Slide

Spelling
Wat weet je nog? Maak online de oefeningen DE BRUG

1. Spelling
2. Spelling: werkwoorden

Daarna doen we een quiz over de werkwoorden!

timer
10:00
Op basis van hoe je het maakt, wordt je lesprogramma de volgende les aangepast.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Welkom!
Zit je telefoon in de telefoontas?

Pak alvast je laptop!

Slide 9 - Slide

Deze les
- kahoot werkwoordspelling maken (Wat weet je nog?)
- schema om te bewaren
- leesvaardigheid (tekststructuren)
- stillezen en/of huiswerk
- nieuwsquiz

Doelen:
- je herhaalt de spellingsregels van vorig jaar
- je leert welke tekststructuren er zijn
- we herhalen en halen verschillende begrippen van vorig jaar op m.b.t. leesvaardigheid

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Spelling
Wat weet je nog? Maak online de oefeningen DE BRUG

1. Spelling
2. Spelling: werkwoorden

Let op: gebruik de theorie als je iets niet meer weet



timer
10:00
Op basis van hoe je het maakt, wordt je lesprogramma de volgende les aangepast.

Slide 12 - Slide

Leesvaardigheid (p.12)
- maak in tweetallen startopdracht
- we bespreken de startopdracht
- doornemen theorie Vaste tekststructuren
- we maken gezamenlijk opdracht 2 

Slide 13 - Slide

Startopdracht
maak in duo's de opdracht
we bespreken 'm daarna meteen

Slide 14 - Slide

Het juiste antwoord bevat:

vraag – antwoord
standpunt – argument
samengesteld geheel – onderdelen
probleem – oplossing
situatie vroeger – situatie nu
verschijnsel – verklaring(en)
vraag/stelling – voor- en nadelen









Slide 15 - Slide

oriënterend: Is de tekst bruikbaar?
Wat doe je?

*Bekijk snel de titel, de tussenkopjes, de bron, de lengte van de tekst;
*Bepaal tekstsoort, -doel, bron, leespubliek, structuur, onderwerp;
*Lees globaal de inleiding
*Bekijk de illustraties/tabellen/grafieken;
*Bekijk de opmaak van de tekst: welke woorden zijn vetgedrukt, gecursiveerd of onderstreept?

Slide 16 - Slide

Zoekend: bepaalde info vinden
* kernwoorden
* kernzinnen
* zoekend naar signaalwoorden

Slide 17 - Slide

Globaal: als je de inhoud wilt weten


Lees de inleiding en het slot helemaal.
Lees de eerste en de laatste zin van tussenliggende alinea's;
Bepaal voor iedere alinea de hoofdgedachte.

Slide 18 - Slide

Precies: begrijpen

*Bepaal per alinea de hoofdgedachte en vervolgens de belangrijkste uitwerking ervan;
*Kijk naar de structuur van zinnen en de verbanden tussen zinnen en alinea's;
*Zoek de betekenis van moeilijke woorden op of probeer de betekenis ervan af te leiden.
*Zoek naar signaalwoorden die het verband tussen de paragrafen/alinea's duidelijk maken;

Slide 19 - Slide

Opdracht 2

Slide 20 - Slide

1. IKEA

Slide 21 - Slide

3. verleden-heden(toekomst)

Slide 22 - Slide

Dat zie je aan de tijdsaanduidingen: de tekst begint in het verleden: 1943 (al. 1), 1945 (al. 2), 1948 (al. 3) enzovoort en loopt door naar het heden en de toekomst: in de jaren tachtig (al. 5), Tien jaar later (al. 5), rond het millennium (al. 5) en Binnenkort (al. 6). Ook formuleringen als: de eerste winkel (al. 4), groeit maar door (al. 5), Ondertussen (al. 5) laten zien dat de tekst een ontwikkeling in de tijd beschrijft.

Slide 23 - Slide

vraag 4

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

vraag 5
De naam bestaat uit de voorletters van Ingvar Kamprad (IK), de boerderij waar hij is opgegroeid Elmtaryd (E) en het plaatsje waar de boerderij stond: Agunnaryd (A).

Slide 26 - Slide

vraag 6
Een postorderbedrijfje is een bedrijfje dat bestelde artikelen (orders) via de post laat thuisbezorgen.

Slide 27 - Slide

vraag 7
Vóór 1958 had IKEA geen winkels, vanaf 1958 wel: de eerste winkel wordt dan geopend in Älmhult.

Slide 28 - Slide

vraag 8
Tijdloze meubels, die nog altijd onderdeel zijn van het assortiment (en die iedereen kent).

Slide 29 - Slide

vraag 9
arbeidsvoorwaarden

Slide 30 - Slide

vraag 10
De apostrofs geven aan dat het hier niet ‘echt’ om een collectie gaat die in een raket of een woning op de maan zou moeten passen. Het gaat meer om een collectie die in elke kleine ruimte past. Zie ook de laatste zin van alinea 6 en de eerste zin van alinea 8.

Slide 31 - Slide

vraag 11
Middel: een paar dagen opsluiting in het Mars Desert Research Station in Utah;

 

Doel: het zo goed mogelijk ontwikkelen van een collectie meubels die ons in een beperkte omgeving waar weinig (mogelijk) is, toch het gevoel van ‘thuis’ geeft.

Slide 32 - Slide

vraag 12
eigen antwoord

Slide 33 - Slide

Stillezen
We lezen in ons leesboek




Je mag ook alvast huiswerk maken: Spelling DE BRUG af (online): zowel Spelling als Spelling werkwoorden!

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Deze les
- woord van de week
- huiswerk (hoe ging het?)
- belangrijke data
- Leesvaardigheid (in tweetallen een tekst met vragen maken of individueel mindmap) + stillezen
- tekstverbanden en signaalwoorden (Kahoot individueel)

Slide 36 - Slide

woord van de week
averechts: (bijv.nw.,) omgekeerd, tegendraads
In de tegenovergestelde richting

Voorbeeld: ‘Op die manier bereik je een averechts resultaat.
Averechts uitpakken: het verkeerde resultaat krijgen
Averechtse steken: andersom gebreide steken

Slide 37 - Slide

Spelling
Online?

Hoe ging het?
Wat ging goed/niet goed?

Slide 38 - Slide

Opgave toetsen en werkstuk
26 september: Toets Leesvaardigheid
10 oktober: Toets Spelling
24 oktober: inleveren boekopdracht 1

Slide 39 - Slide

Keuze 1

Lezen (hfst. 1) - blz. 16/17
Maak in duo's: opdracht 4 (in je schrift)
Je werkt samen, maar doe dit rustig. 

Klaar? --> stillezen
Keuze 2

Maak bij de tekst 'Minder last van een jetlag' een inhoudelijke mindmap!

Inhoud en ook structuur tekst moet duidelijk zijn in mindmap.
timer
30:00

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link