quiz hfst 4 basis/kader

quiz hfst 4 basis/kader
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

quiz hfst 4 basis/kader

Slide 1 - Slide

Waar of niet waar?
ook niet-romeinen diende in het Romeins leger
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Goed of fout?
1. De Romeinen gaven Griekse goden Romeinse namen.
2. De Romeinen verspreidden hun cultuur door het hele Romeinse rijk.

A
Beide zijn goed.
B
1. is goed en 2. is fout.
C
1. is fout en 2. is goed.
D
beide zijn fout.

Slide 3 - Quiz

In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?
A
395
B
400
C
359
D
295

Slide 4 - Quiz

Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?
A
Als een slaaf
B
Als een god
C
Als een keizer
D
Als een consul

Slide 5 - Quiz

Wat was het belangrijkste handelsproduct van de Romeinen in het Romeinse Rijk?
A
Goud
B
Wijn
C
Olijfolie
D
Zout

Slide 6 - Quiz

Wie was de machtigste Romein in het Romeinse rijk?
A
De generaal
B
De koning
C
De keizer
D
De paus

Slide 7 - Quiz

Romeinse steden in Nederland.
Welke stad was geen Romeinse stad?
A
Nijmegen
B
Maastricht
C
Heerlen
D
Enschede

Slide 8 - Quiz

Hoe noemden de Romeinen de grens van het Romeinse Rijk?
A
De grens
B
De Limes
C
De Rijn
D
De overkant

Slide 9 - Quiz

In het Romeinse Rijk waren grote verschillen. Hoe zag de Romeinse samenleving er uit?
A
Kleine groep rijken, grote groep armen en slaven
B
Grote groep rijken, grote groep armen en slaven
C
Klein groep rijken en armen, grote groep slaven
D
Grote groep rijken en armen, kleine groep slaven

Slide 10 - Quiz

Nederland heeft veel geleerd van de Romeinen
Wat hebben de Romeinen geleerd van de Galliërs?
A
Het bewerken van metaal
B
Betere schilden
C
Beter eten
D
Betere boerderijen

Slide 11 - Quiz

Wat namen Volkeren uit het romeinse rijk over van de Romeinen?
A
Goudmijnen
B
Latijnse taal
C
Badhuizen
D
Treinen

Slide 12 - Quiz

Iedereen in het Romeinse rijk moest in de Romeinse goden geloven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Hoe kon het Romeinse leger zich zo snel verplaatsen door het grote Romeinse Rijk?
A
Soldaten reisden met weinig bagage
B
Soldaten reisden allemaal met paarden
C
Er werden goede wegen aangelegd
D
Soldaten liepen dag en nacht door

Slide 14 - Quiz

Waarom wilden veel niet-Romeinen in het Romeinse leger?
A
Om Romeinse burgerrechten te krijgen.
B
Om in het Romeinse Rijk te mogen wonen.
C
Om godsdienstvrijheid te krijgen.
D
Om bij de Romeinse elite te horen.

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar:
Romeinse burgers werden door de Romeinse wetten beschermd in het hele Romeinse Rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De Romeinen kenden munten...
Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Het Romeinse rijk splitste zich in twee delen. Het Noord-Romeinse en het Zuid-Romeinse Rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
A
Het was een manier van slachten.
B
Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
C
Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
D
Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.

Slide 19 - Quiz

Wie waren de Romeinen?
A
Een popband
B
Een volk uit de middeleeuwen
C
De Romeinen zijn een volk dat leefde in Rome en Italië tot het jaar 500
D
De Romeinen leven in Rome, Italie.

Slide 20 - Quiz

Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?
A
Voor handel en ambulances
B
Voor paardenrennen en handel
C
Voor de verdediging en de handel
D
Voor de handel en voor het fijner lopen

Slide 21 - Quiz

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom verspreid in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Karel
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 22 - Quiz

Als je in het Romeinse rijk woonde was je een Romein.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

De naam die de Romeinen gaven aan de volkeren in Midden-Europa die niet door de Romeinen overwonnen waren in de tijd van Grieken en Romeinen ...
A
Galliërs
B
Romeinen
C
Onderdanen
D
Germanen

Slide 24 - Quiz

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Theodosius I
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 25 - Quiz