This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Vandaag gaan we het met elkaar hebben over:
DOELEN
Slide 1 - Slide
Motivatie kun je krijgen door bijvoorbeeld een aantal doelen voor jezelf te stellen.
Wat wil jij bereiken?
Waar wordt je blij van?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
waarom is doelen stellen belangrijk?
Een doel helpt om iets te bereiken!
open je laptop
ga naar LessonUp.app
voer de pincode in
geef antwoord op de volgende vraag
Slide 4 - Slide
Vandaag gaan we het met elkaar hebben over:
prioriteiten stellen
Slide 5 - Slide
prioriteiten stellen
Je hebt in een week verschillende dingen te doen. Denk bijvoorbeeld aan huiswerk maken, sporten, de hond uitlaten of gamen.
Niemand kan alles doen wat hij of zij zou willen. Daar kun je stress van krijgen.
Slide 6 - Slide
prioriteitenkwadrant
belangrijk maar niet dringend
dingen zijn belangrijk maar je kunt ze ook plannen om later te doen
belangrijk én dringend
dingen die haast hebben, werk je meteen af.
niet belangrijk, wel dringend
dingen zijn niet belangrijk, maar moet je wel snel inplannen
niet belangrijk en
niet dringend
Deze dingen zijn vaak wel leuk, maar kun je alleen doen als je nog tijd over hebt.
Slide 7 - Slide
een paar vragen
Welke prioriteit geef je de volgende activiteit?
open je laptop
ga naar LessonUp.app
voer de pincode in
geef antwoord op de volgende vragen
Slide 8 - Slide
naar de voetbaltraining
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 9 - Quiz
morgen proefwerk
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 10 - Quiz
werkstuk over een week inleveren
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 11 - Quiz
een kletspraatje
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 12 - Quiz
je krijgt een appje met een vraag over huiswerk
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 13 - Quiz
een streak in je snapreeks plaatsen om deze niet te verbreken
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 14 - Quiz
naar de gitaarles
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 15 - Quiz
morgen een werkstuk inleveren
A
belangrijk,
dringend
B
belangrijk,
niet dringend
C
niet belangrijk,
wel dringend
D
niet belangrijk,
niet dringend
Slide 16 - Quiz
aan de slag
pak je werkboek erbij
ga naar bladzijde 17 in je werkboek
vul je eigen prioriteitenkwadrant in: wat is voor jou dringend/niet dringend en belangrijk/niet belangrijk?
dit doe je alleen
daarna bespreken we het met de klas
Slide 17 - Slide
Programma
Terugblik les
Uitleg nieuwe theorie
Aan het werk
Slide 18 - Slide
Vandaag
Doel
- Aan het einde van de les weet iedereen wat het mensbeeld is van de volgende filosofen
1. Plato
2. Augustinus
3. Thomas van Aquino
4. John Locke
5. Jean-Paul Sartre
Slide 19 - Slide
Mensbeeld van filosofen
Filosoof
"Een persoon die op zoek is naar meer kennis en wijsheid om de wereld en de mensen beter te begrijpen."
Slide 20 - Slide
Plato
427 v.Chr - 347 n.Chr.
In de tijd van Plato was Socrates een belangrijke filosoof in Griekenland
Plato en Socrates
Voor Socrates ging het bij filosofie niet zozeer om theoretische kennis, maar om zelfkennis. HIj was kritisch op wat hij noemde schijnkennis en zelfbedrog. De ontmoeting met Socrates heeft Plato geïnspireerd voor de filosofie. Plato was de oprichter van Academie: een voorloper van de universiteiten in de middeleeuwen.
Mensbeeld Plato
Plato ging ervan uit dat de mens een ziel heeft. Die ziel bestaat al voor de geboorte. Typisch voor de ziel is dat zij heel veel kennis bij zich draagt. Volgens Plato is kennis vooral herinnering en kleurt zij elke (nieuwe) waarneming. Kennis komt dus niet tot stand door afleiding uit een situatie, maar door de opgebouwde kennis in de ziel. De ziel kent geen begin en geen einde: zij is onsterfelijk. Omdat het eeuwig is, staat hij ook helemaal los van de dood. Volgens Plato is een geboorte en dood een incident en dat steeds terugkeert. Plato heeft een ideeënleer. Deze leer houdt in dat er twee vormen van werkelijkheid zijn: de zichtbare, zintuigelijke wereld en de geestelijke wereld. De mens leeft vooral in de zintuigelijke wereld. Volgens Plato moet de mens juist daar los van staan en moet 'opstijgen' naar de geestelijke wereld: de wereld van het hoogste idee van de echte kennis.
Slide 21 - Slide
Augustinus
354 v.Chr.- 430 n.Chr.
Eén van de belangrijkste kerkvaders van het christendom.
Hij combineerde belangrijke opvattingen van Plato met christelijke opvattingen.
Mensbeeld Augustinus
Voor Augustinus leefde de mens in een lagere, aardse werkelijkheid. Het kwaad was de wereld binnengekomen en de mens zou dit kwaad altijd met zich meedragen. De redding van de mens zou liggen in Gods handen. De boodschap van Augustinus was dat het geluk van de mens niet op deze wereld bereikt zal worden, maar wel in de hemel. Geluk op aarde is voor de mens niet weggelegd.
Slide 22 - Slide
Thomas van Aquino
1225-1274
Wordt gezien als de grootste christelijke denker van de middeleeuwen
Deze filosoof laat zich beïnvloeden door Socrates
Mensbeeld Thomas van Aquino
Thomas van Aquino ging ervan uit de mens een sociale natuur heeft: de mens is van nature op anderen aangewezen. Thomas geloofde dat God die sociale natuur in de mens had gelegd. Hij hanteerde de christelijke scheppingsgeloof: de door God geschapen wereld (en mens) zit oorspronkelijk redelijk en in balans in elkaar. De wereld is geschapen naar eeuwige ideeën (hier klinkt Plato nog door!). Volgens Thomas hoort de mens de natuurlijke rechten en plichten te erkennen en na te leven (door God gegeven). Thomas vond dat de mens op aarde goed kon leven en gelukkig kon zijn. Hij zag wel beperkingen, want het geluk op aarde is nooit helemaal volmaakt.
Slide 23 - Slide
John Locke
1632 - 1704
John Locke is een filosoof in de tijd van de Verlichting.
John is in zijn denken beïnvloed door onder andere Aristoteles.
Mensbeeld John Locke
In het mensbeeld van John Locke staat het begrip 'vrijheid' centraal. Volgens hem was de mens (van nature) vrij geboren. De mens streeft naar eigen belang. Om te voorkomen dat het nastreven van eigen belang uit de hand loopt, vond John dat er een staat nodig was. Dit kan gezien worden als een staat die verdrag tussen burgers heeft gesloten om hun veiligheid te garanderen (sociaal contract). De staat garandeert de veiligheid van de burgers die op hun beurt een stukje vrijheid inleveren. Voor Locke wordt de mens niet alleen vrij geboren, maar ook gelijk. In de tijd van Locke ontstond de Franse Revolutie. Door de filosofie van Lock stond in de revolutie vrijheid, gelijkheid en broederschap centraal. Locke was het niet eens met de slavernij, omdat hij van mening was dat niemand aan het lichaam van een ander mag bezitten. Wel vond hij belangrijk dat mensen recht heeft op een stuk van de natuur en op goederen. Als je volgens Locke iets bezit, mag je het kopen of weggeven aan anderen. De overheid moet zich hier niet mee bemoeien. Dit is de reden waarom hij wordt gezien als een van de belangrijkste personen van het liberale kapitalisme. Samenvattend kan gezegd worden dat volgens Locke de mens een aantal natuurlijke rechten heeft: zoals recht op het leven, het recht op vrijheid en recht op bezit.
Slide 24 - Slide
Jean-Paul Sartre
1905-1980
Jean-Paul heeft kritiek op verschillende godsdiensten.
Ook bij Jean-Paul staat vrijheid centraal.
Mensbeeld Jean-Paul Sartre
Sartre is het niet eens met het mensbeeld van Thomas van Aquino. Volgens Jean-Paul legt het geloof op die manier (mensbeeld Thomas) het wezen van de mens vast, waardoor het geloof bepaald hoe mensen moeten leven en zich te gedragen. Op deze manier wordt de vrijheid van de mens beperkt. Jean-Paul is de grondlegger van existentialisme: eerst bestaat de mens en daarna ontwikkelt hij zijn wezen. Het wezen van de mens ligt dus vooraf niet vast. Als een mens wordt geboren, is hij nog 'niets': blanco. De mens is vrij en mag zich niet aan die vrijheid onttrekken. De vormgeving van het eigen leven heeft de mens in eigen hand. Het is niet God, maar de mens zelf die het leven vorm en zin geeft.