5.2 Europa wordt christelijk




5.2 Europa wordt christelijk
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson




5.2 Europa wordt christelijk
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000

Slide 1 - Slide

Vorige les?
Leerheren en leenmannen


Slide 2 - Slide

Karel de Grote bestuurde zijn rijk met behulp van edelen. Leg uit hoe hij dit deed.

Slide 3 - Open question

Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
Trouw
Leenheer
Leenman
Macht

Slide 4 - Drag question

In deze paragraaf leer je:
  • Op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
  • Hoe heel Europa christelijk werd
  • Hoe Germaanse tradities bleven bestaan
  • Waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving

Slide 5 - Slide

Filmpje: Karel de Grote en de verspreiding van het Christendom

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Verspreiding van het christendom
  • Aan het begin van de middeleeuwen hadden veel Germaanse bewoners van Nederland en Duitsland een polytheistisch geloof.
  • In 690 vertrok een groep Engelse geestelijken (godsdienstige leiders) naar Nederland om de bewoners tot het christendom te bekeren.
  • De leider van deze missionarissen heette Willibrord.
  • Willibrord liet in Utrecht en andere plekken in Nederland kerken bouwen.
  • De paus benoemde Willibrord tot aartsbisschop (leider van een groep bischoppen).

Slide 8 - Slide

Christelijk Europa
  • Germaanse volken zagen de missionarissen als indringers.
  • De missionarissen probeerden daarom Germaanse vorsten te bekeren.
  • Vervolgens dwongen veel vorsten hun onderdanen om christen te worden.
  • Om christen te worden, moest iemand worden gedoopt.
  • In 1000 was bijna heel Europa christelijk.
  • Mensen gingen leven volgens de christelijke normen en waarden.
  • Zo gingen ze bijvoorbeeld moord en diefstal zien als zonden.
Verspreiding van het christendom

Slide 9 - Slide

Vermenging van culturen
  • Europa werd langzaam christelijk maar Germaanse tradities bleven bestaan.
  • Sommige elementen van de Germaanse cultuur werden vermengd met de nieuwe christelijke cultuur.
  • Christelijke feesten werden bijvoorbeeld op Germaanse feestdagen gevierd.
  • Pasen werd gevierd tijdens het lentefeest.
  • Kestmis werd gevierd tijdens het midwinterfeest.
  • En zo is de kerstboom een voortzetting van een oud Germaans gebruik om bomen te versieren in december.

Slide 10 - Slide

Invloedrijke geestelijken
  • De kerk was in de middeleeuwen hiërarchisch georganiseerd.
  • Geestelijken moesten de paus gehoorzamen en zich houden aan de regels van de kerk.
  • De geestelijkheid had veel invloed in de samenleving.
  • De pastoor legde tijdens de kerkdienst met een preek  uit hoe mensen moesten leven en wat ze wel en niet mochten volgens de kerk.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. Daardoor hadden ze vaak hoge posities als adviseurs van vorsten.

De middeleeuwse kerk was georganiseerd als piramide.

Slide 11 - Slide

Monniken
  • De monniken waren een speciale groep geestelijken die afgescheiden leefden van de samenleving in een klooster. Er waren ook nonnen (vrouwelijke monniken).
  • Een klooster bestond uit gebouwen met daarbij een stuk landbouwgrond.
  • Veel monniken leefden volgens strenge regels die de Italiaanse monnik Benedictus in de 6e eeuw had opgesteld. 
  • Deze monniken mochten het klooster niet verlaten en geen bezit hebben.
  • Ze moesten gehoorzamen aan de abt, het hoofd van het klooster.
  • Hun leven moest uitsluitend bestaan uit bidden en werken (ora et labora).
  • Dat werken bestond vaak uit het overschrijven van christelijke of klassieke teksten.
  • Veel vorsten steunden de kerk door geld of grond te schenken. Hierdoor werd de kerk erg rijk.
Een middeleeuws klooster.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Wat: Lezen 5.2 (blz.92) en maken opdracht 1, 3, 5, 6, 7 (online methode)

Slide 13 - Slide