Her hv3

Eindejaars Quiz 3
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eindejaars Quiz 3

Slide 1 - Slide

Wat is de pH van een zuur mengsel?
A
7
B
7-14
C
1-7
D
1-10

Slide 2 - Quiz

Welke stof komt NIET vrij bij een onvolledige verbranding?
A
SO2
B
CO
C
H2O
D
CO2

Slide 3 - Quiz

Metalen geleiden niet in vloeibare fase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Bepaal de dichtheid van een houten blokje met een massa van 0,1 kilogram en een volume van 20 cm3

A
0,005 g/cm3
B
200 g/cm3
C
5 g/cm3
D
0,2 g/cm3

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het pictogram hiernaast?
A
giftig
B
corrosief
C
ontvlambaar
D
explosief

Slide 6 - Quiz

Bij welke van de onderstaande processen treedt een chemische reactie op?
A
het smelten van een ijsblokje
B
het doorknippen van een stukje aluminiumlint
C
het oplossen van een beetje zout in water
D
het roosteren van je boterham

Slide 7 - Quiz

Een edel metaal reageert gemakkelijk met zuurstof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke moleculen kunnen voor zure regen zorgen?
A
SO2
B
NO2
C
NO
D
allemaal

Slide 9 - Quiz

Het diagram is een .... .
A
smeltdiagram van mengsel
B
stoldiagram van een mengsel
C
smeltdiagram van een zuivere stof
D
stoldiagram van een zuivere stof

Slide 10 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 11 - Quiz

Het atoom fosfor is
opgebouwd uit....
A
31 neutronen en 15 protonen
B
16 neutronen en 15 protonen
C
15 neutronen en 31 protonen
D
15 neutronen en 16 protonen

Slide 12 - Quiz

Welke van de onderstaande atomen heeft dezelfde stofeigenschappen als
zwavel?
A
seleen
B
jood
C
chloor
D
koolstof

Slide 13 - Quiz

Wat is de naam van deze stof?

A
stikstofoxide
B
distikstoftetraoxide
C
zuurstofstikstof
D
distikstoftetrazuurstof

Slide 14 - Quiz

Hoe heet deze opstelling:
A
Destillatieopstelling
B
Indamp-opstelling
C
Centrifuge
D
Bezinkings-opstelling

Slide 15 - Quiz

Wat is de molecuulmassa van methaan?
A
16,043 u
B
49,048 u
C
10,043 u
D
33,048 u

Slide 16 - Quiz

Welke moleculen zijn juist?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

De volgende reactievergelijking maak je kloppend door achtereenvolgens de volgende coëfficiënten in te vullen:
....XeO3 + .... XeF6 ---> .....XeOF4
A
1,1,2
B
1,2,3
C
1,2,2
D
1,3,2

Slide 18 - Quiz


A
2,5 mL
B
25 mL
C
0,00025 mL
D
250 mL

Slide 19 - Quiz

Een oplossing is ---- helder
A
altijd
B
nooit
C
soms
D
kleurloos en

Slide 20 - Quiz

Welke coëfficiënt moet op plaats X komen te staan?
A
9
B
18
C
20
D
25

Slide 21 - Quiz


In de figuur zie je een modelvoorstelling van een stof die van de ene fase overgaat in de andere fase.

Om welke faseverandering kan het gaan in dit model?
A
rijpen
B
verdampen
C
stollen
D
smelten

Slide 22 - Quiz

Hydrofiele stoffen mengen goed met hydrofobe stoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

kraanwater
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 24 - Quiz

Wat is de naam van deze stof?
A
monostikstofoxide
B
monostikstofdioxide
C
stikstofdioxide
D
stikstofdizuurstof

Slide 25 - Quiz

Welke naam heeft groep 1 in het periodiek systeem?

(20 s)
A
alkalimetalen
B
aardalkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide