H4 woordenschat (les 1)

1C 8 februari 13:00 - 13:45  
Nodig: H4 woordenschat 

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1C 8 februari 13:00 - 13:45  
Nodig: H4 woordenschat 

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 
Deze les doorloop je zelfstandig. Neem de korte uitleg door en maak de opdrachten. We bespreken de opdrachten donderdag, dus zorg dat je ze gemaakt hebt. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
1. Je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden door op zoek te gaan naar een tegenstelling in de zin. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vervang door het tegenovergestelde
Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier bloedheet, dus we liggen altijd op het strand. Er is ook een openluchtzwembad op de camping, maar dat is erg ondiep.
O ja, het eten hier is erg lekker! We vermaken ons wel, dus misschien komen we een paar dagen later terug. Groetjes! 

Slide 4 - Slide

Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier ijskoud, dus we liggen nooit op het strand. Er is ook een binnenzwembad op de camping, maar dat is erg diep. O ja, het eten hier is erg onsmakelijk/smerig/vies! We vermaken ons niet, dus zeker weten komen we een paar dagen eerder terug. Groetjes!
Tegenovergestelde van ‘bloedheet’

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Tegenovergestelde van ‘altijd’

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Tegenovergestelde van ‘lekker’

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Tegenstellingen herkennen
Let op deze signaalwoorden:
  • maar
  • anderzijds
  • daarentegen
  • echter
  • evenwel
  • hoewel
  • aan de andere kant 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen van onbekende woorden vinden
Je ziet een onbekend woord in de tekst staan. 
Wat nu? 
De betekenis van dat woord kun je soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Bijv. Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje. 

Slide 9 - Slide

Riant is een tegenstelling van klein. Riant betekent dus groot. 
De betekenis van ‘riant’ kun je dus vinden doordat er een tegenstelling in de zin staat. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De betekenis van ‘riant’ is dus:

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 1 + 2 H4 woordenschat
Opdracht 1: schrijf de tegenstelling op. Ga dus op zoek naar 2 dingen die tegenovergesteld zijn van elkaar.
Bij de 1e is dit dus outdooractiviteiten - binnen
 
Daarna opdracht 2. Lees de opdracht goed door en gebruik de theorie voor de signaalwoorden. Daarna goed lezen wat je moet doen. Probeer opdracht 2 zo goed mogelijk te maken. Jullie kunnen dit! Succes!

 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vandaag af: H4 woordenschat opdracht 1 en 2 af. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions