En dan nog even over zinsdelen..
Er zijn twee manieren om te zien welke woorden samen een zinsdeel vormen.
- Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kunt zetten. Die woorden zijn samen een zinsdeel.
- Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde naast elkaar blijven staan als je de zin verandert. Die woorden zijn samen een zinsdeel.
– Heb / ik / vorig jaar / voor mijn vrienden / een damtoernooi / georganiseerd?
– Voor mijn vrienden / heb / ik / vorig jaar / een damtoernooi / georganiseerd.
Let op: de werkwoorden heb en georganiseerd staan niet bij elkaar, maar ze vormen wel samen één zinsdeel.