What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Paragraaf 3 - argumentatiestructuren
Welkom
>
Leg NieuwNederlands alvast op tafel;
>
Eerst 15 minuten lezen in je leesboek (niveau 3).
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
>
Leg NieuwNederlands alvast op tafel;
>
Eerst 15 minuten lezen in je leesboek (niveau 3).
Slide 1 - Slide
Paragraaf 3
>
Wat hoort ook alweer bij leesvaardigheid?
Slide 2 - Slide
Argumentatie
Argumenten
Feitelijke
Waarderende
Slide 3 - Slide
Argumentatie
Argumenten
Feitelijke
Objectief, dus te controleren
Waarderende
Mening, dus kan verschillen
Slide 4 - Slide
Argumentatie
Ik koop graag kleding via Vinted, want op die site is veel keuze.
Ik koop graag kleding via Vinted, want die kleding is altijd mooi.
Slide 5 - Slide
Argumentatie
Ik koop graag kleding via Vinted, want op die site is veel keuze
= feitelijk argument
Ik koop graag kleding via Vinted, want die kleding is altijd mooi
= waarderend argument
Slide 6 - Slide
Argumentatie
>
Een
standpunt
en
argumenten
samen noem je een
argumentatiestructuur
Slide 7 - Slide
Argumentatie
>
Een
standpunt
en
argumenten
samen noem je een
argumentatiestructuur.
Kan per alinea, maar ook voor de hele tekst
.
Slide 8 - Slide
Argumentatie
>
Is er één argument? Dan is er
enkelvoudige argumentatie;
>
Zijn er meerdere argumenten? Dan heb je te maken met
nevenschikkende argumentatie
Slide 9 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Slide 10 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Argu-ment 1
Argu- ment 2
Argu-
ment 3
Slide 11 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Argu-ment 1
Argu- ment 2
Argu-
ment 3
En
En
Slide 12 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Argu-ment 1
Argu- ment 2
Argu-
ment 3
En
En
Nevenschikkend
Slide 13 - Slide
Argumentatie
>
Soms is er een
subargument.
Dan heeft het ene argument met het andere argument te maken, een soort oorzaak-gevolg dus.
Slide 14 - Slide
Argumentatie
>
Soms is er een
subargument.
Dan heeft het ene argument met het andere argument te maken, een soort oorzaak-gevolg dus;
>
Dan wordt het
onderschikkend.
Slide 15 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Argument 1
Subargument
Subargument
Slide 16 - Slide
Blokjesschema
Standpunt
Argument 1
Subargument
Subargument
Want:
Want:
Want:
Slide 17 - Slide
Argumentatie
>
Soms heb je een nevenschikkend schema, maar wordt een argument tóch aangevuld met een
subargument;
>
Dan wordt het
onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 18 - Slide
Standpunt
Argu-ment 1
Argu- ment 2
Argu-
ment 3
En
En
Subarg.
Slide 19 - Slide
Aan het werk
Laat ChatGPT een betoog schrijven met
drie
argumenten, een tegenargument en een weerlegging. Maak vervolgens het blokjesschema
zelf
.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Paragraaf 4 - tegenargument en weerlegging
2 hours ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Argumenteren: argumentatiestructuren
February 2025
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Argumenteren: argumentatiestructuren
January 2025
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
4H_les2_argumentatie_structuren(blokjesschema's)
September 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
7/10: argumenteren: argumentatiestructuren
October 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Argumenteren: argumentatiestructuren
January 2025
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Cursus 2 argumenteren Par. 2 Argumentatiestructuren
January 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Argumenteren V5 les 3: argumentatiestructuren
14 days ago
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5