This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doel
aan het eind van de les weet ik weer hoe ik de futur en de conditionnel moet maken
Slide 2 - Slide
Geef de futur simple. donner:ils
Slide 3 - Open question
Futur simple Choisir: vous
Slide 4 - Open question
futur simple perdre: tu
Slide 5 - Open question
futur simple avoir: j'
Slide 6 - Open question
conditionnel aller: il
Slide 7 - Open question
conditionnel être: nous
Slide 8 - Open question
conditionnel faire: vous
Slide 9 - Open question
futur proche arriver: tu
Slide 10 - Open question
Vorming van de futur simple
De basisregel is eenvoudig. Je neemt de infinitief van je werkwoord en je voegt er de uitgangen bij. Die uitgangen zijn: -ai, -as, -a, ons, ez, ont. Voor een werkwoord als chanter krijg je dan:
Wat zijn dit voor uitgangen?????????? (lijkt om de présent van avoir)
je chanterai =ik zal zingen
tu chanteras =jij zal zingen
il/elle/on chantera =hij/zij/men zal zingen
nous chanterons = wij zullen zingen
vous chanterez =jullie/ u zullen zingen
ils/ elles chanteront = zij zullen zingen
Slide 11 - Slide
Werkwoorden op -re
Bij de werkwoorden op -re is het weer even opletten. Hier valt de eind -e weg. Voor een werkwoord als écrire krijg je dan:
j'écrirai = ik zal schrijven
tu écriras = jij zal schrijven
il / elle /on écrira = hij / zij / men zal schrijven
nous écrirons = wij zullen schrijven
vous écrirez =jullie/u zullen schrijven
ils/ elles écriront = zij zullen schrijven
Slide 12 - Slide
futur proche
Slide 13 - Slide
Wanneer gebruik je de conditionnel en wat is het voor tijd?
om je beleefd uit te drukken
bij een voorwaarde of veronderstelling
in het Nederlands gebruik je zou/zouden
Achter het hele werkwoord(net als de futur simple) zet je de vormen van de imparfait
ais,ais,ait,ions, iez, aient
Dus: Je voudrais réserver une table = Ik zou graag een tafel willen reserveren
Slide 14 - Slide
Dus!!!!
De futur(toekomende tijd)
Hele werkwoord + ai,as,a,ons,ez,ont
je donnerai = ik zal geven
De futur proche (nabije toekomende tijd)
Vorm van aller+ hele werkwoord
Je vais donner = ik ga geven
Conditionnel ( de verleden toekomende tijd)
Net als de futur maar dan met als uitgang de vormen van de imparfait
je donnerais = ik zou geven
Kijk voor de vormen op je (nieuwe) werkwoordenblad