Nakijken examenteksten - Je moet kiezen en De bonus van het boerenbestaan

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Nakijken

• Tekst 3: Je moet kiezen
• Tekst 5: De bonus van het boerenbestaan

3. Het project Roots4kids richt zich met name op ....

1. A
2. B
3. C
4. D

4. De lezer wordt heel direct aangesproken door hem...

1. A
2. B
3. C
4. D

5. Wat is het doel van deze tekst?

De lezer ...

1. A
2. B
3. C
4. D

6. Op welke keuzes richten zij zich vooral tijdens het project?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 5

De bonus van het boerenbestaan

15. De tekst wordt ingeleid door ...

1. A
2. B
3. C
4. D

16. Wat is het verband tussen alinea 2 en alinea 3?

1. A
2. B
3. C
4. D

17. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea's 5 en 6?

1. A
2. B
3. C
4. D

18. Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea's 8 en 9?

1. A
2. B
3. C
4. D

Vraag 19

 “De beginnende boeren en boerinnen voelen zich geïnspireerd door de vraag naar lokale producten, zorgen over het milieu en de kans om in de buitenlucht te werken.” (regels 32-36) 

Citeer een zin uit de alinea’s 8 en 9 waarin ongeveer hetzelfde wordt beweerd. 

Vraag 20

De deskundigen Edith Daniel (regel 47) en Gied Donkers (regel 110) doen allebei een uitspraak over jongeren. 

Welke overeenkomst hebben die jongeren? 

21. Hoe gebruikt de schrijver in deze tekst de mening van anderen?

De schrijver ....

1. A
2. B
3. C
4. D

22. Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer van deze tekst?

1. A
2. B
3. C
4. D

23. Wat is het voornaamste doel van de schrijver met deze tekst?

1. A
2. B
3. C
4. D

Vraag 24

Geef twee oorzaken waarom volgens de tekst het aantal stagiaires op boerenbedrijven merkbaar toeneemt. 

Vraag 25

 “De studenten hebben steeds meer het idee dat je landbouw kunt inzetten als instrument van verandering, als een manier om echt iets bij te dragen.” (regels 120-124) 

Citeer de zin uit de alinea’s 2 en 3 waarin deze verandering nader wordt beschreven.