Van A tot Zin - 3.5 en 3.6

Van A tot Zin
3.5 en 3.6
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van A tot Zin
3.5 en 3.6

Slide 1 - Slide

scheidbare
werkwoorden

Slide 2 - Mind map

Doelen
Ik weet wat wederkerende werkwoorden zijn en kan ze goed schrijven.
Ik weet wat modale werkwoorden zijn en kan ze goed schrijven.

Slide 3 - Slide

3.5 - Wederkerende werkwoorden

Slide 4 - Slide

wederkerende
werkwoorden

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Het kind kleedt _____ al zelf aan.

Slide 8 - Open question

Laila wast ______ iedere ochtend.

Slide 9 - Open question

De cursisten melden _____ ziek.

Slide 10 - Open question

Ik voel ____ niet goed.

Slide 11 - Open question

Jij maakt ____ te veel zorgen.

Slide 12 - Open question

Wij herinneren _____ niet veel.

Slide 13 - Open question

U meldt _____ ziek.

Slide 14 - Open question

Jullie melden _____ ziek.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

3.6 - Modale werkwoorden

Slide 17 - Slide

modale
werkwoorden

Slide 18 - Mind map

Modale werkwoorden
modaliteit = manier waarop
kunnen: mogelijkheid
moeten: noodzaak
mogen: mag
willen: wenselijk
zullen: waarschijnlijk
hoeven: niet noodzakelijk of verplicht


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

mogen
Jullie ______ hier niet komen.

Slide 22 - Open question

moeten
Je ______ stil zijn.

Slide 23 - Open question

hoeven
Hij _____ niet te werken.

Slide 24 - Open question

kunnen
______ u mij helpen?

Slide 25 - Open question

willen
Zij _____ met ons mee.

Slide 26 - Open question

zullen
Ik _____ dat wel even doen.

Slide 27 - Open question

willen
Wij _____ naar huis.

Slide 28 - Open question

kunnen
Yusuf ______ gitaar spelen.

Slide 29 - Open question

hoeven
______ jij geen ijsje?

Slide 30 - Open question

zullen
______ we dansen?

Slide 31 - Open question

Aan het werk
Opdrachten uit het boek maken en werkbladen.



Klaar?
Huiswerk: computer 3.1 t/m 3.6

3.5
Opdracht 3 en 4
3.6
Opdracht 2, 3 en 5

Slide 32 - Slide

Nakijken 3.5

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Nakijken 3.6

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Hoe goed kun jij de wederkerende werkwoorden schrijven?
0100

Slide 40 - Poll

Hoe goed kun jij de modale werkwoorden schrijven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll