Doelgroepen les 1

Doelgroepen les 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doelgroepen les 1

Slide 1 - Slide

Wat is anatomie?

Slide 2 - Mind map

Wat is fysiologie?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn aandoeningen die bij oudere mensen voorkomen?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen een "normale" oudere en een oudere met een beperking?

Slide 5 - Open question

Wat is de functie van een skelet?
A
Bescherming van kwetsbare organen
B
Een mens laten bewegen
C
Leuke Halloween decoratie
D
Aanhechtingsplaats voor de meeste spieren

Slide 6 - Quiz

Botten kunnen op 3 manieren verbonden zijn;

Gewricht (tussen 2 botstukken)
Kraakbenige verbinging (tussen ribben en borstbeen)
Naadverbinding (tussen delen van de schedel)

Slide 7 - Slide

Wervelkolom
- Zeven halswervels
- Twaalf borstwervels
- Vijf lendenwervels
- Vijf onderling vergroeide heiligwervels
- Wisselend aantal (drie tot vijf) staartwervels

Slide 8 - Slide

Waarom heeft de wervelkolom een S-vorm?

Slide 9 - Open question

Hoe noem je een scheve ruggengraat?

Slide 10 - Open question

Wat weet je over gewrichten?

Slide 11 - Open question

Er zijn 4 soorten gewrichten
- Kogelgewricht
- Scharniergewricht
- Rolgewricht
- Zadelgewricht

Slide 12 - Slide

Spieren
Dwarsgestreepte of willekeurige spieren zijn spieren die je zelf kunt aanspannen en ontspannen. Deze worden aangestuurd door je hersenen.

Gladde of onwillekeurige spieren werken zonder dat je hier opdracht voor geeft. Zoals spieren van je darmen of je ademhalingsspieren.

Slide 13 - Slide

Wat is de brandstof voor spieren?
A
Koolhydraten
B
Glucose
C
Vitamines
D
Zuurstof

Slide 14 - Quiz

Spieren
Spieren hebben energie nodig om te kunnen bewegen. Glucose is hun voornaamste energiebron. Glucose is een suiker die in het lichaam werkt als brandstof voor de cellen. Het bloed vervoert de glucose naar de spier. Als de spier de glucose niet direct gebruikt, legt hij een voorraadje aan. Dit heet glycogeen.

Glucose + zuurstof is onze inwendige kachel in de spieren.

Slide 15 - Slide

Spieren
Hypertrofie van de spieren houdt in dat spierweefsel in grootte toeneemt. (bijvoorbeeld bij krachttraining)

Spieratrofie komt voor wanneer er een vermindering van het spierweefsel is door het niet-gebruiken van de spier.

Slide 16 - Slide