les 6.3 Nederlands apostrof, trema, accent en koppelteken

SPELLING
apostrof, trema, koppelteken en accent
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SPELLING
apostrof, trema, koppelteken en accent

Slide 1 - Slide

Doel
Vandaag : 
  • wat een apostrof is
  • wat een koppelteken is
  • wat een trema is
  • welke accenten er in een woord zitten

Slide 2 - Slide

De apostrof
  • gebruik je bij meervoud en bezit, als je het woord anders verkeerd zou uitspreken.
 taxi’s, drama’s, baby’tje



  • om bezit aan te geven na een s-klank.
 Lex’ vader, Annelies’ tas

  • gebruik je bij weglating.
 ‘s avonds, s’-Hertogenbosch



  • bij afkortingen, cijfer- en letterwoorden.
 mbo’er, A4’tje, sms’en

Slide 3 - Slide

Welk woord is juist gespeld?
A
Pim's moeder
B
vmbo'er
C
cafe's
D
spray's

Slide 4 - Quiz

koppelteken gebruik je bij..

Slide 5 - Mind map

Koppelteken
Gebruik je:

Als de samenstelling anders verkeerd wordt uitgesproken

AUTO-ONDERDELEN
MEE-ETEN

Slide 6 - Slide

Koppelteken
Gebruik je:

In aardrijkskundige aanduidingen

Zuid-Spanje
Noord-Hollandse

Slide 7 - Slide

Koppelteken
Gebruik je:

Voor of na een hoofdletter

T-shirt
B-merk

Slide 8 - Slide

Koppelteken
Gebruik je:

Na een cijfer, afkorting of symbool

50-jarige
EU-land

Slide 9 - Slide

even oefenen

Slide 10 - Slide

co + educatie

Slide 11 - Open question

win + win + situatie
A
winwinsituatie
B
win-winsituatie
C
win-win-situatie
D
winwin-situatie

Slide 12 - Quiz

100 + jarige

Slide 13 - Open question

eerste + jaars + student
A
eerstejaarsstudent
B
eerste-jaars-student
C
eerste-jaarsstudent
D
eerstejaars-student

Slide 14 - Quiz

close + up

Slide 15 - Open question

wanneer gebruik je een trema?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video

Trema
Een trema zijn twee puntjes op een klinker.

Een trema is bedoeld om duidelijk te maken 
hoe je een woord uitspreekt.

Slide 18 - Slide

Trema
voorbeeld
geillustreerd

als je dit ziet, zou je de ei als 1 klank uitspreken,
maar dat is niet de bedoeling.

Slide 19 - Slide

Trema
Door een trema te zetten op de letter ná de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.
geïllustreerd
ge - illustreerd: vóór de i moet de klank worden gebroken.

Slide 20 - Slide

Trema
Kijk naar het verschil in uitspraak:

- ideeen  <ideen>
- ideëen <idejeen>
- ideeën <ideejen>

Slide 21 - Slide

Trema?
tatoeage
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Trema?
financieel
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Trema?
poeziealbum
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Trema?
industriele
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz


Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
als het een samenstelling is
D
als je denkt dat het moet, er is geen regel voor

Slide 26 - Quiz

Een trema maakt duidelijk hoe je een woord uitspreekt.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Op buiig hoort geen trema, want je kunt dit niet verkeerd uitspreken.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Waarom heeft het woord een trema?
geïnteresseerd
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 29 - Quiz

welke accenten ken je in de Nederlandse taal?

Slide 30 - Mind map

Accent
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.

Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
  • accent aigu (streepje naar rechts): cliché
  • accent grave (streepje naar links): barrière
  • accent circonflexe (dakje): enquête

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Is zestien ampere/ampère genoeg?

Slide 33 - Open question

Haar acné/acne is soms erg opvallend.

Slide 34 - Open question

Is dat wel lekkere patee/paté?

Slide 35 - Open question

Hij wilde persé/per se naar de film.

Slide 36 - Open question

Die enquete/enquête is opgesteld door de leerlingen.

Slide 37 - Open question

Is dat nu echt serieus/sérieus?

Slide 38 - Open question

Voila/Voilà, daarmee is het werk afgelopen.

A
Voila
B
Voilà

Slide 39 - Quiz

Okee/Oké, daar kan ik me wel bij neerleggen.

A
Okee
B
Oké

Slide 40 - Quiz

Puntkomma (;)
De puntkomma maakt duidelijk dat de zin ervoor en erna veel met elkaar te maken hebben.

We hebben een geweldige vakantie gehad; vooral het wandelen was leuk.

LET OP: een puntkomma kan worden vervangen door een punt, maar niet door een komma.

Slide 41 - Slide

Aan de slag
Open Nu Nederlands online
  • Grammatica 5.1 hoofdletters
  • Grammatica 5.2 leestekens
  • Grammatica 5.3 tekens bij woorden
  • Beter Spellen vanaf 14 november 

Slide 42 - Slide