OpdrachtWerk in tweetallen
Kies een ziekteverwekker uit (bacterie / virus) die echt een ziekte veroorzaakt
Tekening 1: Laat zien hoe deze je lichaam binnendringt
Tekening 2: Leg uit hoe je er ziek van wordt (bijv. gifstoffen of cellen kapot maken)
Tekening 3: Leg uit wat de ziekteverschijnselen/symptomen zijn bij deze ziekte
Tekening 4: Laat zien hoe je lichaam reageert → witte bloedcellen type 2 in actie
Tekening 5: Laat zien hoe je lichaam reageert → witte bloedcellen type 1 in actie
Tekening 6: Laat zien hoe blij de persoon is dat hij/zij weer beter is (of niet)