5.2 Atoombouw en ionen

• Scheikunde
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 5 Chemische bindingen

welke bindingen horen bij metalen?

welke bindingen komen voor bij moleculaire stoffen?

waarom zijn ionbindingen zo sterk?

Hoofdstuk 5 Chemische bindingen

In hoofdstuk5  leren we meer over de 3 verschillende groepen stoffen. We leren de verschillende bindingen (microniveau) en leren welk effect een binding heeft op macroniveau. 

Deze les

• vakkenschema bekijken
• canvas bekijken
• Ophalen voorkennis (voorkennis hoofdstuk 1, 3 en 5)
• 
  
• Lezen 5.2 (blz. 56 en 57)
• Maken: §5.1-1

Huiswerk: voorkennis vraag §5.2   2 en 3

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen hoe een atoombinding wordt gevormd.
   
2. Je weet wat moleculaire stoffen zijn
3. Je kunt met behulp van Binas de covalentie van de niet-metalen afleiden. 

Covalentie

• Geeft aan hoeveel gedeelde elektronenparen er gemaakt kunnen worden 
• Trucje met periodiek systeem. 

Halogenen:      1

O, S, Se:              2

N, P:                     3

C, Si:                    4

B:                          3 (!)

atoombinding of zuiver covalente binding

Aan de slag (10 min)

hoeveel protonen, neutronen en electronen heeft Lithium

hoeveel electronen heeft het ion Li+

Moleculaire stof

Stoffen die uit niet-metalen bestaan. 

Molecuulformule = bv H₂O

Atoombinding, covalente binding

Structuurformule

Gedeelde elektronenparen

• Atomen willen evenveel valentie-elektronen als de edelgassen
• Dit kan door een binding aan te gaan met een ander atoom
• Er wordt een gedeeld elektronenpaar gevormd.
• Dit paar wordt ook wel atoombinding of covalente binding genoemd.
• Heel sterke binding! Verbreekt alleen bij chemische reactie

Covalentie

• Geeft aan hoeveel gedeelde elektronenparen er gemaakt kunnen worden 
• Trucje met periodiek systeem. 

Halogenen:      1

O, S, Se:              2

N, P:                     3

C, Si:                    4

B:                          3 (!)

Aan de slag

• Planner bekijken
• Ophalen voorkennis (voorkennis vraag 3)
  
• Uitleg 2.1
  
• Lezen 2.1 (blz. 74 en 75)
  
• Maken: §2.1 1-3, 5 + 6
  

Huiswerk: 

voorkennis vraag 1, 2, 4 en 5

§2.1 1-3, 5 + 6

CO2

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

NaF

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. zout

Wat is de covalentie van P?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de covalentie van S?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

waar wil je nog extra over?

welk onderwerp heeft nog extra uitleg nodig?