Woordenschat hoofdstuk 1

Nederlands

Nederlands
Woensdag 1 april
9PW3 A+B
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Nederlands
Woensdag 1 april
9PW3 A+B

Slide 1 - Slide

Terugblik afgelopen weken
CV --> ingeleverd via Teams, nog niet van iedereen ontvangen.
Woordenschat H1
Formuleren H1
Resultaat toets Lezen H 1 en 2 vrijgegeven

Lukt het iedereen om in het digitale boek van Nu Nederlands te komen?
Ga naar de website - klik op 'digitale boeken' - tweede editie - deel A of B

Slide 2 - Slide

Individuele terugblik op afgelopen weken

Slide 3 - Slide

Voorbeeld CV
  •  Lay-out:
    format in Word
  • Inhoud:
    check het voorbeeld in je boek op bl. 130
  • Foto:
    nette foto van jezelf, géén snapchatachtig gebeuren

Slide 4 - Slide

Woordenschat H1
  • Kort herhalen van de belangrijkste theorie van hoofdstuk 1 van woordenschat :

    Betekenis afleiden uit het woord
    Betekenis afleiden uit een tekst
    Figuurlijk taalgebruik 

  • Gezamenlijk de opdrachten te doorlopen.

Slide 5 - Slide

Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Het zag zwart van de mensen
B
Ik vond het maar een mager cijfer
C
Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
D
Dat is niet iets om over naar huis te schrijven

Slide 6 - Quiz

De tandarts zei dat ik goed had gepoetst.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quiz

Je kunt me de boom in!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Welke strategieën kun je gebruiken om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen?

Slide 9 - Mind map

De veterinair onderzocht onze koeien. Na afloop vroeg ik de dierenarts, of de koeien allemaal gezond waren.

Slide 10 - Open question

De paniekzaaier werd afgevoerd. De menigte was door deze onruststoker behoorlijk onrustig geworden.

Slide 11 - Open question

Formuleren H1
  • Kort herhalen van de belangrijkste theorie van hoofdstuk 1 van formuleren.

    Verwijzen

    Signaalwoorden
    Opbouw van je tekst

  • Gezamenlijk de opdrachten te doorlopen.

Slide 12 - Slide

Waarnaar verwijst? 'het'

Met hulp kun je faalangst onder controle krijgen. Het gaat niet vanzelf over.
A
hulp
B
Met hulp kun je faalangst onder controle krijgen.
C
faalangst
D
onder controle

Slide 13 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
timer
1:00
Tegenstelling
Reden
Opsomming
want
ten slotte
en
verder
toch
omdat
echter
daarentegen

Slide 14 - Drag question

Opbouw van je tekst: signaalzinnen

In de volgende tekst probeer ik duidelijk te maken waarom alle katten en honden gecastreerd zouden moeten worden.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 15 - Quiz

Opbouw van je tekst: signaalzinnen

Mijn tweede argument wil ik verduidelijken met enkele voorbeelden uit het bedrijf waar ik werk.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 16 - Quiz

Aan de slag:
  • Trainers woordenschat - 2F woordenschattrainer 1  in de online omgeving aan de rechterkant

  • CV aanpassen en opnieuw inleveren

  • Extra opdrachten van 1.2 signaalwoorden  (paragraaf formuleren)

Slide 17 - Slide