5.2 Hormonale regulatie

5.2 Hormonale regeling
Voorkennisvragen:
1. Juist of onjuist:
a. De darmholte behoort tot het inwendige milieu
b. Alleen cellen met de juiste receptor kunnen reageren op een hormoon
c. Als een hormoon (A) de aanmaak van een ander hormoon (B) stimuleert en het andere hormoon (B) remt de aanmaak van het eerste hormoon (A) dan spreken we van positieve terugkoppeling
2. Teken een grafiekje die een dynamisch evenwicht weergeeft. 
timer
3:00
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.2 Hormonale regeling
Voorkennisvragen:
1. Juist of onjuist:
a. De darmholte behoort tot het inwendige milieu
b. Alleen cellen met de juiste receptor kunnen reageren op een hormoon
c. Als een hormoon (A) de aanmaak van een ander hormoon (B) stimuleert en het andere hormoon (B) remt de aanmaak van het eerste hormoon (A) dan spreken we van positieve terugkoppeling
2. Teken een grafiekje die een dynamisch evenwicht weergeeft. 
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt beschrijven op welke manieren hormonen de cellen van weefsels en organen kunnen beïnvloeden.
  • Je kunt de werking van verschillende hormoonklieren en hun hormonen beschrijven. 

Slide 2 - Slide

Klieren
exocrien= klieren met een afvoerbuis (Geven af aan uitwendig milieu)

endocrien = klieren die hun product afgeven aan het bloed

Slide 3 - Slide

Hormonen
Worden gemaakt door endocriene klieren.
Hormonen maken communicatie mogelijk tussen cellen op grote afstand. Ze zorgen ervoor dat bepaalde reacties op gang komen of juist stoppen. 

De concentratie hormonen in je bloed noem je ook wel de hormoonspiegel.

Slide 4 - Slide

Hormonen
Hormonen zijn signaalmoleculen die kunnen binden aan hormoonreceptoren in het membraan van doelwitcellen.

Slide 5 - Slide

Hormonale regulatie

De werking van een aantal hormonen + waar ze worden geproduceerd

BINAS 89A

Slide 6 - Slide

De hormoonklieren

Slide 7 - Slide

Belangrijkste hormoonklier: De hypofyse

Slide 8 - Slide

5.2 Hormonen
Reflectievragen
1. Waarom heb ik dit plaatje gebruikt als voorkantje van de hormonen lessonup?
2. Wat is het verschil tussen een exocriene en een endocriene klier?
3. Wat kan invloed hebben op de reactiesterkte van cellen op een hormoon?

Slide 9 - Slide

  • Een hormoon kan meerdere doelwitorganen hebben.
  • De mate van reactie (remmen of stimuleren) van doelwitorganen bepaald door o.a. hormoon-concentratie en het aantal receptoren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het schildklierhormoon kan niet gemaakt worden zonder het element jodium (I). Stel dat een patiënt jodiumtekort heeft.
Zal er meer of minder TSH gevormd worden?
A
meer TSH
B
minder TSH

Slide 12 - Quiz

Aan de slag:

Slide 13 - Slide

Les 2
Voorkennisvragen:
1. Wat is de formule van de verbranding van glucose?
2. Welk hormoon kan de verbranding van glucose versnellen?
3. Wat zijn de doelwitcellen van thyroxine?

Slide 14 - Slide

Aansturen van hormonen vanuit hersenen

Slide 15 - Slide

Hypofyse

Slide 16 - Slide

Hypofyse

Voorkwab (adenohypofyse) en achterkwab (neurohypofyse):

  • FSH en LH
  • GH = groeihormoon
  • TSH = thyroïd stimulerend hormoon
  • Oxytocine
  • ADH = antidiuretisch hormoon
  • ACTH = adrenocorticotroop hormoon

Slide 17 - Slide

Braindump competitie
  1. Lees: Kopje De schildklier Blz. 19, probeer zoveel mogelijk te onthouden.
  2. Sla je boek dicht
  3. Schrijf op wat je hebt onthouden van het lezen
  4. Vergelijk met je buurman
timer
3:00

Slide 18 - Slide

Regeling van TSH

Slide 19 - Slide

De schildklier

  • aansturing via TSH vanuit de hypofyse 
  • de schildklier maakt dan de thyroxine --> zorgt voor stofwisseling + groei en ontwikkeling bij kinderen

  • Jodium nodig voor de vorming van thyroxine 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Jodium 
Ontstaan van een struma 

Slide 22 - Slide

Te weinig thyroxine?

Slide 23 - Slide

Les 3

Reflectieopdracht:
Vul de lege woorden in!

Slide 24 - Slide

Lezen: Kopje De eilandjes van Langerhans?  Blz. 19-20
Klaar met lezen?

Maak een regelschema (zoals we net hebben gedaan van schildklier) van de regeling van het bloedsuiker
timer
3:00

Slide 25 - Slide

Alvleesklier: eilandjes van Langerhans
  • Deze cellen maken de hormonen insuline en  glucagon 
  • Deze hormonen hebben invloed op de glucose- concentratie in het bloed
  • In cellen kan Glucose <--> glycogeen

Slide 26 - Slide

Hormonen (eilandjes van Langerhans)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Glycogeen in lever en spieren

Slide 29 - Slide

Diabetes
Type 1: Het afweersysteem heeft de eilandjes van Langerhans vernietigd of inactief gemaakt -> geen insuline

Type 2: De eilandjes van Langerhans maken te weinig insuline of het lichaam reageert er niet meer goed op. Dit werd vroeger vaak ouderdomsdiabetes genoemd omdat het vaak op latere leeftijd voorkwam. Nu krijgen ook steeds meer jonge mensen het.
Vraag
Wanneer is het lichaam minder gevoelig voor insuline? 

Slide 30 - Slide

Bijnieren
Produceren adrenaline in stressvolle situaties.
Het zorgt ervoor dat je snel kunt reageren op een situatie.
Adrenaline zorgt ervoor dat de lever/spieren glycogeen omzetten in glucose.

Slide 31 - Slide

Adrenaline
Meer suiker in je bloed.
Je gaat ook sneller ademen, hart gaat sneller kloppen.
Je bloedvaten in je spieren en hersenen verwijden zich.
Organen die niet belangrijk zijn voor snelle reacties die worden geremd, bijvoorbeeld het verteringsstelsel.

Slide 32 - Slide

Nieren: EPO
In je nieren wordt de zuurstofconcentratie gemeten. Wanneer je nieren te weinig zuurstof krijgen produceren ze het hormoon EPO. Dit hormoon stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Hierdoor kan meer zuurstof worden vervoerd, als er weer aan de normwaarde wordt voldaan wordt de productie van EPO weer geremd. 

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
Paragraaf 5.2: opdracht 13 t/m 19
Gebruik BiNaS 89A+C

Klaar? 

Slide 34 - Slide