Trainingskunde CLUKS


De CLUKS zijn de 5 componenten van conditie?
A
Waar
B
Niet waar
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
TrainingskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


De CLUKS zijn de 5 componenten van conditie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz


De C staat voor
A
Conditie
B
Coördinatie
C
Component

Slide 2 - Quiz


Efficiënte Coördinatie is energiezuinig zonder veel energieverbruik
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


Effectieve Coördinatie is niet doelgericht
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quiz

Coördinatie is de basis voor sport specifieke
A
Motorische vaardigheden
B
Sociale vaardigheden
C
Technische vaardigheden
D
Cognitieve vaardigheden

Slide 5 - Quiz


Welke 2 soorten coördinatie zijn er?

Slide 6 - Open question

De L staat voor?

Slide 7 - Open question



Uithoudingsvermogen is het vermogen om iets een lange tijd fysiek of mentaal te verdragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Je Aerobe systeem heeft zuurstof nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Je Anaerobe systeem werkt voor korte inspanningen (kleine tank)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Je Aerobe systeem werkt voor duurinspanningen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Je VO2-max is je minimale zuurstofopname
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

0-20 Seconden
20 Seconden - 2/3 Minuten
2/3 Minuten - Uren
Creatine Fosfaat
Anaerobe (melkzuur)
Aerobe (zuurstof)

Slide 13 - Drag question


Wat is Kracht?
A
Vermogen om weerstand te overwinnen
B
Vermogen om weerstand tegen te werken
C
Vermogen om een weerstand vast te houden
D
Alle drie

Slide 14 - Quiz


Het vermogen om een weerstand te overwinnen noemen wij Excentrische kracht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Het vermogen om weerstand te overwinnen noemen wij...

Slide 16 - Open question

Het vermogen om weerstand tegen te werken noemen we....

Slide 17 - Open question

Het vermogen om weerstand vast te houden noemen we...

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide


Snelheid is het vermogen om een bewegen zo snel mogelijk uit te voeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz



Waar ..... begint houdt snelheid op
A
Snelheid
B
Uithoudingsvermogen
C
Vermoeidheid
D
Vertraging

Slide 21 - Quiz