Les 4 21.5 derde afweerlinie

Doel
Je kunt in een gegeven situatie inschatten op welke manier(en) de eerste én derde barrière van de afweer een besmetting of infectie voorkomt of bestrijdt.

Je kunt de werking van de verschillende onderdelen van de afweer uitleggen en de hierbij betrokken cellen en signaalstoffen benoemen. 

humorale- en cellulaire afweer, B- en T-cellen, Cytotoxische T-cel, T-helpercel, plasmacellen, geheugencellen, antistof


1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doel
Je kunt in een gegeven situatie inschatten op welke manier(en) de eerste én derde barrière van de afweer een besmetting of infectie voorkomt of bestrijdt.

Je kunt de werking van de verschillende onderdelen van de afweer uitleggen en de hierbij betrokken cellen en signaalstoffen benoemen. 

humorale- en cellulaire afweer, B- en T-cellen, Cytotoxische T-cel, T-helpercel, plasmacellen, geheugencellen, antistof


Slide 1 - Slide

Dit hoofdstuk
1e linie: 21.3
2e linie: 21.4
3e linie: 21.5




Slide 2 - Slide

3e barriere
intern: binnen het lichaam


Specifieke afweer
-getraind/aangeleerd
-steeds gericht op één specifieke (lichaamsvreemd) antigen
-opbouw van immuniteit

Slide 3 - Slide

de specifieke afweer
humorale afweer
B-cellen
Produceren antistoffen
Cellulaire afweer
cytotoxische T-cellen:
dood cellen die geinfecteerd zijn door één specifieke ziekteverwekker

Slide 4 - Slide

Antistof
= tof

monospecifiek: hecht op één specifiek antigen





Slide 5 - Slide

antistoffen
  • neutralisatie
  • agglutinatie
  • neerslag

zorgt allen voor opsonisatie

Slide 6 - Slide

antistoffen
  • neutralisatie
  • agglutinatie
  • neerslag

zorgt allen voor opsonisatie

geproduceerd door B-cel (plasmacel)

Slide 7 - Slide

  1. herkenning van een specifiek antigen door een B-cel
  2. kloneren (mitose) van deze specifieke B-cel (activatie door T-helpercel nodig)
  3. differentiatie tot plasma-cel of geheugencel
  4. bij een tweede infectie zijn er méér B-cellen die gelijk kunnen kloneren en antistoffen kunnen produceren.

Slide 8 - Slide

B-cellen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht
tweetallen
lees 21.5.5
Maak een uitleg bij figuur 14
eerder klaar: verschil tussen MHC-I en MHC-II 21.5.6 én 21.5.7

huiswerk: maak wat je kunt van 21.5

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat zijn volgens jou overeenkomsten en verschillen tussen NK-cellen en cytotoxische T-cellen

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

waar in het mesdelijk lichaam vind je:
B-cellen,
Ct-celleen
T-helper cellen

Slide 17 - Slide

T-helpercel

Slide 18 - Slide