Vragenuurtje_SE603

Vragenuurtje_SE603
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Vragenuurtje_SE603

Slide 1 - Slide

Heb je specifieke vragen? Zijn er onderwerpen die beslist nog even aangesneden zouden moeten worden tijdens dit vragenuurtje? Probeer zo specifiek mogelijk te zijn.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

MHC-2
MHC-1
CD4
Alleen fagocyterende cellen
Cytotoxische-T-cel
CD8
Alle kernhoudende cellen 
Geïnfecteerde cellen
T-helpercel
Kankercellen

Slide 4 - Drag question

Cellulaire immuniteit
Humorale immuniteit
Lysis
Cytotoxische-T-cellen
Geactiveerde B-cellen
Antistofproductie
B-plasmacellen
Tc-geheugencellen

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Welk type cellen produceren antistoffen? Behoren deze cellen tot de specifieke of aspecifieke afweer?
A
B-lymfocyten / aspecifieke afweer
B
B-lymfocyten / specifieke afweer
C
T-lymfocyten / aspecifieke afweer
D
T-lymfocyten / specifieke afweer

Slide 7 - Quiz

Welke uitspraak is / welke uitspraken zijn juist?
1. T-helpercellen activeren B-cellen
2. T-suppressorcellen remmen B-cellen
3. T-helpercellen remmen cytotoxische T-cellen
A
Alleen 1 is juist
B
1 en 2 zijn juist
C
1 en 3 zijn juist
D
1, 2 en 3 zijn juist

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

In het menselijke lichaam worden door cellen van het afweersysteem immiunoglobinen (= antistoffen) gemaakt.

Waar in het lichaam bevinden zich de minst gespecialiseerde cellen waaruit immunoglobine-producerende cellen zich ontwikkelen?
A
In het beenmerg
B
In het bloed
C
In de thymus

Slide 10 - Quiz

Vaccinatie is een vorm van:
A
natuurlijke actieve immunisatie
B
natuurlijke passieve immunisatie
C
kunstmatige actieve immunisatie
D
kunstmatige passieve immunisatie

Slide 11 - Quiz

Anti-serum tegen slangengif bevat antistoffen. Dit is een vorm van:
A
natuurlijke actieve immunisatie
B
natuurlijke passieve immunisatie
C
kunstmatige actieve immunisatie
D
kunstmatige passieve immunisatie

Slide 12 - Quiz

Van welke vorm van immuniteit is hier sprake?
A
Actieve immuniteit
B
Kunstmatige immuniteit

Slide 13 - Quiz

Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep 0
Antigen A
Antigen B
Antigen A en B
Geen antigenen
Geen antistoffen
Antistof A
Antistof B
Antistof A en B

Slide 14 - Drag question

Iemand die rhesuspositief is heeft:
A
Alleen rhesus-antigenen
B
Alleen rhesus-antistoffen
C
Zowel rhesus-antigenen als antistoffen

Slide 15 - Quiz

Welke uitspraak klopt?

A
A+ kan doneren aan A-
B
A- kan doneren aan AB+
C
AB- kan doneren aan A+

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat wordt hier afgebeeld?
A
Desaminering
B
Transaminering
C
Gluconeogenese

Slide 19 - Quiz

Hoeveel % van de urine bestaat onder normale omstandigheden uit glucose?
A
1%
B
0,1%
C
0,01%
D
0%

Slide 20 - Quiz