Paragraaf 7.4 Voedsel verteren

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen,
- je laptop dicht.
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.
Startopdracht
Hoe heten de bewegingen die plaatsvinden in de slokdarm?

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen,
- je laptop dicht.
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.
Startopdracht
Hoe heten de bewegingen die plaatsvinden in de slokdarm?

Slide 1 - Slide

Planning voor deze les
  1.  Uitleg 7.4 'Voedsel verteren'
  2.  Aan de slag!
  3. Afsluiten         

Slide 2 - Slide

1. Kun je beschrijven hoe voedsel door je verteringsstelsel gaat? 
2. Kun je uitleggen hoe je voedsel wordt verteerd?   
3. Kun je uitleggen hoe enzymen werken? 
4. Kun je beschrijven waar in je lichaam vertering gebeurt?  
5. Kun je een uitleggen hoe de voedingsstoffen in je bloed komen?
6. Kun je uitleggen wat er met de voedselresten gebeurt na de vertering?
Leerdoelen 7.4 Voedsel verteren

Slide 3 - Slide

Verteringsstelsel
Functie: de voedingsstoffen zo klein maken dat ze opgenomen kunnen worden in het bloed
Cel - orgaan - orgaanstelsel

Slide 4 - Slide

  • water - vitaminen - mineralen zijn al klein genoeg
  • koolhydraten - vetten - eiwitten moeten klein gemaakt worden
Het klein maken van voedingsstoffen heet vertering.

Verteren

Slide 5 - Slide

a. Welk orgaan is dit?
b. Het orgaan maakt sap aan. In dit sap zit een enzym. Welke voedingsstof wordt hierdoor verteerd?
c. Noem een voorbeeld van een voedingsmiddel dat hierin al deels verteerd zal worden.
d. Welke functie heeft het sap nog meer?
Antwoord
a: maag
b: eiwit
c: voorbeeld met eiwit, gekookt eitje bijvoorbeeld
d: het doodt bacteriën_____

Slide 6 - Slide

Hier begint het verteringsproces

* kauwen, fijn malen
* speeksel met enzymen, vochtige brij
* Tong duwt naar slokdarm
HUIG
STROTKLEPJE

Mondholte

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

3 = kringspieren
4 = lengtespieren
5 = voedselbrij
Testje: in de handstand een stukje brood opeten, lukt dat? :)

Peristaltische beweging

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Vertering van koolhydraten

Slide 12 - Slide

Verteringssap en enzymen

Slide 13 - Slide

Mondholte: speeksel - koolhydraten
Maag: maagsap - eiwitten
12-vingerige darm: alvleessap (koolhydraten, eiwitten, vetten)
Dunne darm: darmsap (koolhydraten, eiwitten)
GAL IS HULPSTOF !!(geen verteringssap) Gal maakt van grote vetdruppels kleine vetdruppels.

Waar en door wat wordt je voedsel verteerd?

Slide 14 - Slide

- Ken je de onderdelen hiernaast?(zie boek)
- Waar vindt de vertering van koolhydraten, eiwitten, vetten plaats?


Zie bron 9

Slide 15 - Slide

Darmplooien en darmvlokken
De binnenkant heeft uitstulpingen, de darmplooien. Deze uitstulpingen hebben ook weer uitstulpingen, de darmvlokken. Door de darmplooien en darmvlokken wordt het oppervlak van de darmen vergroot. Met behulp van haarvaatjes (bloedvaten) worden voedingsstoffen opgenomen.

Slide 16 - Slide

Aan de slag tijdens deze les

  • In je leerwerkboek paragraaf 7.4                                   Opdracht: 3, 4, 5, 6, 8,12, 15, 16, 19, 22, 23
  • Havo extra opdracht: opdracht 13
  • Je kijkt na: Voorin in de klas liggen nakijkboekjes

Slide 17 - Slide

verteringssap
voedingsstoffen die verteerd worden
alleen zetmeel
alleen eiwitten
koolhydraten,
eiwitten en vetten
koolhydraten
en eiwitten
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 18 - Drag question

Wat blijft er over ?
Dikke darm - water eruit / darmflora

Endeldarm - opslag

Slide 19 - Slide

Waar begint de vertering?
A
in de mond
B
in de slokdarm
C
in de maag
D
in de darmen

Slide 20 - Quiz

voedingsstof die direct in je bloed wordt opgenomen
voedingsstof die eerst verteerd wordt voordat het in je bloed wordt opgenomen
geen voedingsstof
alle koolhydraten behalve glucose
glucose
vetten
voedingsvezel
mineralen
eiwitten
vitaminen
water

Slide 21 - Drag question

Soms als je ziek bent, heb je ook diarree. Wel orgaan doet zijn werk dan niet goed?
A
maag
B
dunne darm
C
lever
D
dikke darm

Slide 22 - Quiz

Aan de slag tijdens deze les

  • In je leerwerkboek maak de samenvatten opdrachten. Blz. 63
  • Je kijkt na: Voorin in de klas liggen nakijkboekjes
  • Succes met leren/oefenen. Je kan het!

Slide 23 - Slide