Executieve functies Les 14: Doelgericht doorzettingsvermogen

Doelgericht doorzettingsvermogen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Doelgericht doorzettingsvermogen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Ik zet door om mijn doel te bereiken (ook als het een minder leuk doel is)
010

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Ik ben gemotiveerd, ook voor minder leuke taken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Ik rond taken en opdrachten binnen de gestelde tijd af.
010

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Ik houd vol ook al heb ik helemaal geen zin meer.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Ik houd vol tot de taak helemaal af is.
010

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Ik houd vol ook al word ik afgeleid.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een doel dat je hebt bereikt in het verleden.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je als je tussendoor iets anders je gespaarde geld wil kopen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Je krijgt huiswerk, maar thuis kom je er achter dat je het toch niet helemaal begrijpt.
Ik vraag om hulp aan een vriend of mijn ouders
Ik mail mijn docent en hoop op tijd een berichtje terug te krijgen
Ik stel het uit omdat ik bang ben om fouten te maken.
Ik zeg de volgende les dat ik het niet begreep en daarom niets kon maken.

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Je moet een werkstuk inleveren en vraagt je docent even een blik erop te werpen voordat je hem definitief inlevert. De docent zegt dat je nog heel veel moet veranderen om een voldoende te krijgen. Hoe reageer je?
Ik luister naar de feedback en gebruik het om mijn werkstuk te verbeteren.
Ik voel me even slecht, maar herpak mezelf en ga verder.
Ik voel me ontmoedigd en het beïnvloedt mijn motivatie.
Ik raak boos of gefrustreerd en geef het op.

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Je hebt een toetsweek en moet veel leren. Buiten is het prachtig weer en vrienden vragen of je meegaat naar het zwembad. Wat doe je?
Ik ga niet mee naar het zwembad. Er komen nog wel meer mooie dagen en een goed cijfer halen is belangrijk
Ik ga even mee naar het zwembad, maar ga de hele avond blokken.
Ik leer nog heel eventjes, en ga daarna mee. Ik kan morgenochtend nog een kwartier leren
Ik ga natuurlijk mee naar het zwembad. Dan maar geen goed cijfer voor het vak van morgen.

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Je kan overal beter in worden
Waar
Niet waar

Slide 14 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Geloof jij dat je slimmer kunt worden of geloof je dat 'slim zijn' iets is wat je met je geboorte meekrijgt?
Je kan slimmer worden
Je wordt hiermee geboren

Slide 15 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Groei-mindset
Een groei-mindset is het idee dat je vaardigheden en intelligentie kunt verbeteren door hard te werken, slimme manieren te gebruiken en hulp te vragen. Mensen met een groei-mindset zien uitdagingen als kansen om te leren en beter te worden.
Een vaste mindset is het idee dat je vaardigheden en intelligentie niet echt kunnen veranderen. Mensen met een vaste mindset vermijden uitdagingen omdat ze bang zijn om te falen en denken dat hard werken betekent dat je niet goed genoeg bent.
Vaste-mindset

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ik word nooit zo slim als zij

Ik ben hier nog niet goed in

Ik ben hier geweldig in

Van mijn fouten leer ik  
Wat hoort waarbij?
Vast
Groei
Vast
Vast
Groei
Groei
Groei
Vast

Slide 17 - Drag question

  • Laat de leerlingen de sleepvraag invullen.
  • Laat zien wat de 'goede' antwoorden zijn door één keer door te drukken.
  • Vraag leerlingen of het duidelijk is waarom de ene stelling bij 'growth' en de andere bij 'fixed' hoort.
Extra informatie
De eerste stelling is 'fixed' aangezien hier capaciteiten als iets vast worden gezien en er wordt gefocust op het resultaat in plaats van op het proces. De tweede stelling is een 'growth mindset'. Het woordje 'nog' houdt de mogelijk open om er beter in te worden open. De derde stelling is meer resultaat- dan procesgericht en stimuleert iemand niet om er nog beter in te worden. Daarom is dit een 'fixed mindset'. De vierde stelling is een 'growth mindset': fouten worden als leermogelijkheden gezien in plaats van als bewijs dat je het niet kan. 

Oefenen met doorzetten
Los deze puzzel zelf op.


Los op: Wat is het antwoord?
Verklap het antwoord niet!
timer
4:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging het?
* Lukte het je om de uitkomst te achterhalen?


* Bleef je doorzetten, ondanks dat je het fout had?
20 + 20 + 20 = 60
20 + 5 + 5 = 30
2 + 5 + 2 = 9
20 + 20 + 2 = 42
                     67
10 + (5+2+20+20+20) x 2 = 144








20 + 20 + 20 = 60
20 + 5 + 5 = 30
2 + 5 + 2 = 9
20 + 20 + 2 = 42

                     (67)
10 + (5+2+20+20+20) x 2 = 144
Lukte het je om de uitkomst te achterhalen?
Raakte je afgeleid door de eend of timer?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Gesprekshapper 1 thuis doen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions