1.
Sporadisch= bijna nooit/ zelden vb. Die ziekte komt sporadisch voor.
2. Permanent= iets dat voor altijd blijft, zonder verandering of beëindiging vb. De schade aan de muur is permanent, deze kan niet meer gerepareerd worden.
3. Structureel= wat zo blijft/ wat niet verandert vb. We zijn op zoek naar een structurele oplossing.
4. Periodiek= op geregelde tijden terugkerend (of verschijnend) vb. De periodieke vergaderingen vinden elke maand plaats.
5. Herhaaldelijk= elke keer weer vb. Hij was herhaaldelijk gewaarschuwd.