Examenvoorbereiding 4 basis Schrijfvaardigheid

Examenvoorbereiding 4 basis
Schrijfvaardigheid Nederlands
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examenvoorbereiding 4 basis
Schrijfvaardigheid Nederlands

Slide 1 - Slide

Vandaag
  1. Korte herhaling van inhoud examen Nederlands 
  2. Algemene kennisvragen
  3. Oefenen met vragen
  4. Tekst schrijven
  5. Einde

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waar word je op beoordeeld:

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 13 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 14 - Quiz

Wat moet je altijd zelf invullen bij een zakelijke brief?
A
de plaats
B
de aanhef
C
de datum
D
je eigen adres + betreft:

Slide 15 - Quiz

Wat staat vaak al voorgedrukt bij een brief/mail en moet je dus NIET zelf nog doen?
A
aanhef
B
onderwerp
C
afsluiting

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel alinea's moet elke schrijfopdracht minimaal bestaan? (dus met witregels)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Welke afsluiting voor een brief/mail is goed?
A
MVG
B
Groetjes, Chris
C
Met vriendelijke groet, Christiaan de Boer
D
met vriendelijke groet Christiaan de Boer

Slide 18 - Quiz

Hoe begin je op het examen met een mail/brief?
A
Met 'hallo' of 'geachte'
B
Met het eerste inhoudspunt (vaak jezelf voorstellen)
C
Met de datum

Slide 19 - Quiz

Bij een artikel: hoe begin je?
A
Beginnen met 'hallo lezers'
B
Met het eerste inhoudspunt, vaak jezelf voorstellen
C
Met iets wat je zelf bedenkt

Slide 20 - Quiz

Bij een artikel: hoe sluit je af?
A
Met het laatste inhoudspunt, vaak iets wat je hoopt/wilt/wenst
B
Met 'Met vriendelijke groet, .....'
C
Met iets wat je zelf bedenkt

Slide 21 - Quiz

Bij een artikel: Wat moet je niet vergeten als je de hele tekst hebt getypt?
A
Beginnen met 'hallo lezers'
B
afsluiting: 'groetjes, de schrijver'
C
Titel erboven, naam en klas eronder

Slide 22 - Quiz

Let op!
Bij een artikel moet je dus vaak beginnen met je naam: jezelf voorstellen dus.

Onderaan het artikel moet je dan nog een keer je naam/klas zetten! Dat moet dus echt 2x.
voorbeeld

Mijn naam is Teun de Vries en ik schrijf dit artikel, omdat we in de les Nederlands een discussie hadden.
...................
...........................

Ik hoop dat jullie allemaal gaan collecteren voor de dierenbescherming.



Teun de Vries - 4ba

Slide 23 - Slide

Laatste tips
Werk bij elke schrijfopdracht stap voor stap, zodat je niets vergeet. 
Maak eventueel aantekeningen van wat je hebt gedaan.
Controleer of je alle onderdelen hebt gedaan.
Controleer je spelling, hoofdletters en leestekens.

Slide 24 - Slide

Oefenen
E-mail

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

En nu?
Nu ben je klaar voor je examen :-)
Leer nog een keer de belangrijkste bladzijdes uit je geprinte examenboekje

Onthoud: de antwoorden staan IN de tekst, dus als je de tekst niet leest, is dat echt OERSTOM!
Je gaat dus ECHT ALLE teksten helemaal lezen en herlezen. Nederlands is het enige vak waar je gewoon de antwoorden UIT de tekst kunt halen…

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide