This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
SIGNAALWOORDEN
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
4e uur:
- Prijsuitreiking Dagboekopdracht
- Uitleg signaalwoorden
- Tekst samen lezen
- Signaalwoorden bespreken
Tussendoor: Filmpje Jeugdjournaal
5e uur:
- Nieuwsbegrip zelfstandig woordenschat en andere tekstsoort
Slide 2 - Slide
Signaalwoorden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 5 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 6 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 7 - Quiz
noem zoveel mogelijk signaalwoorden
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Tekst lezen
- Je leest mee met de tekst.
- Onderstreep de signaalwoorden in de tekst.
- Onderstreep ook de moeilijke woorden.
Slide 10 - Slide
Filmpje Jeugdjournaal
Slide 11 - Slide
Aan het werk!
Maken:
- Nieuwsbegrip deze week: woordenschat en andere tekstsoort
- Voor jezelf, individueel
Klaar? Kies uit:
- Boek lezen (liggen voorin of eigen boek)
- NB Archief woordenschat en andere tekstsoort maken
- Leren voor Engels
Slide 12 - Slide
reden
omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien, daarom, dus
Slide 13 - Slide
Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers
Slide 14 - Quiz
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) aangenomen dat gesteld dat
Slide 15 - Slide
Welk signaalwoord past in de zin: ... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want
Slide 16 - Quiz
Oorzaak – gevolg
Oorzaak: doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van Gevolg: daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat, het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is
Slide 17 - Slide
Welk signaalwoord past in de zin: De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor
Slide 18 - Quiz
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 19 - Slide
Welk signaalwoord past in de zin: Ik heb een pakketje ontvangen ..... ik een cadeau kon geven aan mijn vriend.