Fictie 1.1 en 2.1 basis 2


Fictie 1.1 & 2.1 

In deze paragraaf leer je: 
1. wat spanningsvragen zijn;
2. wat het verschil is tussen fictie en non-fictie is;
3. hoe je de hoofdpersoon in een verhaal herkent;
4. hoe je een boek beoordeelt. 


1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson


Fictie 1.1 & 2.1 

In deze paragraaf leer je: 
1. wat spanningsvragen zijn;
2. wat het verschil is tussen fictie en non-fictie is;
3. hoe je de hoofdpersoon in een verhaal herkent;
4. hoe je een boek beoordeelt. 


Slide 1 - Slide

Lesplanning 1: 
Lesdoel: Je leert hoe spanning wordt opgebouwd in een verhaal

1. Opdracht 1 en 2 maken 
2. Instructie spanning 
3. Opdracht 4 maken 
4. Klaar? > Nakijken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesplanning 2: 
Lesdoel: Je leert het verschil tussen fictie en non-fictie 

1. Opdracht 5 maken 
2. Instructie fictie en non-fictie + personages
3. Opdracht 6 t/m 8 maken
4. Klaar? > Nakijken 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Fictie 2.1: 
In deze paragraaf leer je: 

1. wat spanningsvragen zijn;
2. wat het verschil is tussen fictie en non-fictie;
3. hoe je de hoofdpersoon in een verhaal kunt herkennen. 

Slide 6 - Slide

Lesplanning 3: 
Lesdoel: Je maakt kennis met leesvaardigheid 

1. Opdracht 1 t/m 4 maken
2. Klaar? > Nakijken 

Slide 7 - Slide

Lesplanning 4: 
Lesdoel: Je leert over de tijd in een verhaal

1. Instructie tijd in een verhaal + plaats in een verhaal
2. Opdracht 5 t/m 7 maken 
3. Klaar? > Nakijken


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Lesplanning 5: 
Lesdoel: Je leert de theorie toe passen in met de leestekst 

1. Opdracht 9 t/m 12 maken
2. Klaar? > Nakijken 


Slide 10 - Slide

Lesplanning 6: Test Jezelf 
Lesdoel: Je oefent alle theorie door middel van de Test Jezelf 

1. Inloggen met Magister
2. Leermiddelen > Nederlands 
3. Fictie 1.1 en 2.1 maken 


Slide 11 - Slide