Week 21 - leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom DTH1O!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Leerdoelen

- Uitleg over feiten, meningen en argumenten

- Aan de slag!

Lezen

Ga een kleine 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

Leesboek vergeten? Ga nieuws lezen!

Leerdoelen

- Ik kan feiten in een tekst herkennen.

- Ik kan meningen in een tekst herkennen.

- Ik kan argumenten in een tekst herkennen.

- Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en kan dit uitleggen.

Noteer over bovenstaand onderwerp:

- Een feit

- Jouw mening 

+ Een argument voor jouw mening

Leesvaardigheid

Feit, mening, argument

Feit

Iets waarvan je kunt controleren of het waar is. Bijvoorbeeld door het op te zoeken op internet.

In september 2021 had TikTok 1 miljard gebruikers.

Mening

Iets wat iemand van iets vindt. Je kunt het daarmee eens of oneens zijn. Je herkent een mening soms aan ik vind of volgens mij.

Ik vind TikTok erg leuk.

Argument

Als iemand zegt wáárom hij een bepaalde mening heeft en dit goed uitlegt. Een argument herken je aan signaamwoorden: want, omdat, namelijk, daarom.

Ik vind TikTok erg saai, omdat alle filmpjes heel kort zijn. 

              mening                                           argument

Stel je voor

Je zit in de jury van de wedstrijd 'De lelijkste hond'. 

Welke hond vind jij het lelijkst? 

Pak je schrift. Noteer het nummer en geef een argument 

voor jouw mening.

 Appen op de fiets

Startopdracht

Waar denk je aan bij appen op de fiets?

Maak een woordweb met minimaal 8 woorden.

NOS: Appen op de fiets

We gaan gezamenlijk kijken naar een nieuwsbericht.

Vul je woordweb aan met de belangrijkste punten.

 Appen op de fiets: sturen in elkaar en 'half over een zwaan'

We lezen gezamenlijk de tekst.

Wat ga jij doen tijdens het lezen?

- Markeer de belangrijkste zin van iedere alinea

- Onderstreep moeilijke woorden

Feit, mening of argument?

1. ..., want ik heb geen 159 euro om de boete te betalen.

2. De boete van het vasthouden van een telefoon op de fiets is 159 euro.

3. Ik vind de boete hiervoor wel erg duur.

Aan de slag

Stelling: De boetes voor telefoons op de fiets moeten blijven of misschien wel worden verhoogd. 

- Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling (mening)

- Geef minimaal 2 argumenten (redenen waarom jij het eens of oneens bent)

Let op: elk argument heeft een voorbeeld (iets wat je zelf hebt meegemaakt of ergens hebt gehoord of gelezen)

Klaar? Ga rustig en in stilte iets voor jezelf doen. 

Welkom DTH1O!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Jeugdjournaal

- Tekst: Vierjarige jongen kruipt achter het stuur en ramt twee geparkeerde auto's

- Aan de slag!

Lezen

Ga een kleine 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

Leesboek vergeten? Ga nieuws lezen!

Tekst: Vierjarige jongen kruipt achter het stuur en ramt twee geparkeerde auto's

We lezen gezamenlijk de tekst.

Wat ga jij doen tijdens het lezen?

- Markeer de belangrijkste zin van iedere alinea

- Onderstreep moeilijke woorden

Zelfstandig werken

Wat ga jij nu doen?

-Maak de vragen die horen bij de tekst.

-Let op: vraag 8 is een schrijfopdracht. Denk aan spelling, 

hoofdletters, punten, komma's, enz.

Aan het einde van de timer is de opdracht af. 

Welkom DTH1O!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Jeugdjournaal

- Tekst: Fatbike-bende

- Aan de slag!

Lezen

Ga een kleine 10 minuten voor jezelf in stilte lezen.

Leesboek vergeten? Ga nieuws lezen!

Jeugdjournaal-opdracht

1. Welke onderwerpen kwamen aan bod? Schrijf je antwoord op in hele zinnen.

2. Kies een onderwerp uit:

- Geef je mening

- Geef een argument voor je mening

Gevaar op de weg: fatbikes

Wat weten jullie van fatbikes?

Fatbike-bende

We lezen gezamenlijk de tekst.

 

Wat ga jij doen tijdens het lezen?

- Markeer de belangrijkste zin van iedere alinea

- Onderstreep moeilijke woorden

Opdracht

1. Noem twee feiten die in de tekst staan. 

2. Wat is de mening van raadslid Rob Slewe? Welk(e) argument(en) heeft hij voor zijn mening?

3. Geef je eigen mening met minimaal twee argumenten over dit incident.

4. Neem de gemarkeerde woorden en uitdrukkingen over en zoek op wat ze betekenen.

Klaar? Ga rustig in stilte iets voor jezelf doen.