6V nieuwe vraagvorm hersenonderzoek

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Dit is een voorbeeldopgave om te oefenen met het nieuwe audio-onderdeel van de Cito Kijk- en luistertoets Duits. 

Je krijgt eerst het hele audiofragment (ongeveer 7 minuten) te horen, daarna volgen de vragen. 

Je mag tijdens het luisteren aantekeningen maken. 

onderwerp:

Je gaat luisteren naar een radiodocumentaire over het beloningssysteem in onze hersenen.

Hoe reageren onze hersenen op verschillende soorten beloningen?

www.cito.nl

1. Waarom vertelt Dr. Hossiep een anekdote over slangen?

Om aan te geven

A dat een verkeerd soort beloning ongewenste effecten kan hebben

B dat gladde types in de bankenwereld vaak het meeste succes hebben

C dat mensen zich onder bepaalde omstandigheden irrationeel/vals gaan gedragen

2. Waar wijst Dr. Hossiep op in verband met de bonussen voor bankiers?

A Daardoor komt een ander type mens aan de top dan vroeger.

B Die hebben de banken uiteindelijk meer geld gekost dan verwacht.

C Die hebben in de maatschappij tot veel afgunst geleid.

3. Wat bleek uit een onderzoek tijdens een hersenscan in een ‘Magnetresonanztomograf’?

Mensen vinden het onaangenaam

A als anderen een beloning krijgen die ze eigenlijk niet hebben verdiend.

B als een beloning lager uitvalt dan ze aanvankelijk gehoopt hadden.

C als ze voor dezelfde prestatie een lagere beloning dan anderen krijgen.

4. Wat bleek verder uit het onderzoek?

A Een beloning is veel effectiever om mensen te motiveren dan een dreiging met straf.

B Het is verrassend gemakkelijk om mensen door middel van een beloning te manipuleren.

C Slechts een minderheid vindt het prettig als ze hoger beloond worden dan anderen.

5. Waarom willen sommige mensen steeds meer geld verdienen?

A Bij hen werkt het verdienen van geld als drugs op de hersenen.

B Om hun drugsverslaving te financieren hebben ze steeds meer geld nodig.

C Ze zijn verslaafd aan de luxe waar ze met hun geld toegang toe hebben.

6. Wat blijkt uit onderzoek over “Life Management”?

A Mensen hebben allemaal min of meer dezelfde behoeften.

B Slechts weinig mensen weten precies wat ze willen.

C Veel mensen streven ernaar meer macht dan anderen te hebben.

7. Wat geldt volgens prof. Freund voor veel mensen?

Ze zijn tevreden

A als hun prestaties door anderen gewaardeerd worden.

B als ze binnen hun groep beter presteren dan anderen.

C als ze hun competenties verder kunnen ontwikkelen.

antwoorden:

1 A

2 A

3 C

4 C

5 A

6 A

7 C