H3 Argumentatieschema

Wat gaan we nog doen?
Vandaag:
  • Presentatie Zilver 
  • Oefening argumentatieschema

Morgen:
  • Presentatie Isa
  • Herhalen alle theorie met oefeningen via lessonup
  • Vragenrondje
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we nog doen?
Vandaag:
  • Presentatie Zilver 
  • Oefening argumentatieschema

Morgen:
  • Presentatie Isa
  • Herhalen alle theorie met oefeningen via lessonup
  • Vragenrondje

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stappenplan
1. Noteer de stelling
2. Bedenk (in een enkele term) vier verschillende argumenten.
3. Geef bij drie argumenten subargumenten.

Slide 3 - Slide

Kies een van de stellingen
1. Goede docenten moeten verplicht naar zwakke scholen.
2. De toetsweek moet afgeschaft worden.
3. Kinderen van gescheiden ouders moeten minimaal 1 gesprek met een psycholoog.
4. Leerlingen moeten betrokken worden bij het aannemen van nieuwe docenten.
5. Magister moet voor ouders verboden worden. 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Stelling: 

Arg. 1


































Arg. 2
Arg. 3
Arg. 4
ond. arg. 1



















































ond. arg. 1


































ond. arg. 3


































ond. arg. 3


































ond. arg. 4


































want...
want...
want...
want...
want...

Slide 5 - Slide

Theorie leesvaardigheid
Onderwerp formuleren
Hoofdgedachte formuleren
Tekst- of schrijfdoelen
Tekstsoorten
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekststructuren
Functiewoorden

Slide 6 - Slide

Aspecten
structuur
Argumentatie
structuur
Probleem-oplossing
structuur
  • inleiding: probleem
  • middenstuk: gevolgen // oorzaken // oplossingen
  • slot: samenvatting / aanbeveling
  • inleiding: onderwerp.

  • middenstuk:
    verschillende kanten v/h onderwerp.

  • slot:
    samenvatting.

  • inleiding: stelling / standpunt
  • middenstuk: argumenten
  • slot: herhaling stelling 

Slide 7 - Drag question

Verklarings
structuur
verleden-heden-toekomst
structuur
voor- en nadelen
structuur
  • inleiding: vraag of stelling
  • middenstuk: voor- en nadelen
  • slot: afweging, conclusie
  • inleiding: verschijnsel

  • middenstuk:
    voorbeeld, kenmerken, oorzaak.

  • slot:
    samenvatting.

  • inleiding: onderwerp
  • middenstuk: situatie vroeger - nu
  • slot: conclusie of vooruitblik

Slide 8 - Drag question

Sleep de juiste antwoorden naar het rode vlak.
Het onderwerp van de tekst formuleer je ...
  • kort en bondig.
  • zo dat het de kern van de tekst bevat.
  • in één zin.
  • zonder persoonsvorm
  • door letterlijk de titel over te nemen.

Slide 9 - Drag question

Sleep de juiste antwoorden naar het rode vlak.
Betrouwbaar
Niet betrouwbaar
Twijfel
  • artikel afslankmiddel in folder Kruidvat.
  • reclame Telsell over balansarmband
  • artikel gsm's in de Consumenten Gids
  • Item in het NOS journaal
  • Schoolgids Thomas a Kempis
  • Advertentie over medicijnen in wetenschappelijk tijdschrift
Gratis iPhone X!

Slide 10 - Drag question

ALs je een tekst wil toetsen op 'betrouwbaarheid', dan kijk je naar...
A
de bron
B
de auteur
C
de datum
D
alle voorgaande

Slide 11 - Quiz

Als er wordt gevraagd naar de hoofdgedachte van de tekst dan...
A
vat je de tekst samen in één woord.
B
vat je de tekst samen in één zin.
C
maak je een korte samenvatting
D
noteer je het doel van de tekst.

Slide 12 - Quiz

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 13 - Quiz

Het doel van een nieuwsbericht is om de lezer te...
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 14 - Quiz

'Daarentegen' is een signaalwoord voor een...
A
Opsommend verband
B
Concluderend verband
C
Redengevend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 15 - Quiz

'Daarom' is een signaalwoord voor een...
A
Opsommend verband
B
Concluderend verband
C
Redengevend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 16 - Quiz

'En dan nog' is een signaalwoord voor een...
A
Opsommend verband
B
Concluderend verband
C
Redengevend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 17 - Quiz

'Zodoende' is een signaalwoord voor een...
A
Toelichtend verband
B
Concluderend verband
C
Redengevend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide