5.4 Grammatica

1 / 14
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

5.4 Grammatica
BLZ. 195

Slide 2 - Slide

Belangrijke tip:
kijk op blz 218 (TAALKUNDIG ONTLEDEN)
voor het hele overzicht

Slide 3 - Slide

Drie voornaamwoorden
1. Aanwijzend voornaamwoord: die, deze, dat, dit
2. Wederkerend voornaamwoord:
Ik schaam me (komt van: zich schamen)
Wij wassen ons (komt van: zich wassen)
Jij past je aan (zich aanpassen)
3. Vragend voornaamwoord: vraagt naar IETS of IEMAND
wie, wat, welke, wat voor een

Slide 4 - Slide

De kinderen spelen buiten.
Kinderen = ......

A
ZN
B
LW
C
BN
D
ZWW

Slide 5 - Quiz

Jullie gaan ook mee.
Jullie =
A
ZN
B
TW
C
BZV
D
PSV

Slide 6 - Quiz

Mijn favoriete vak is Nederlands.
Favoriete = ......
A
ZN
B
BN
C
HWW
D
TW

Slide 7 - Quiz

Die man is de winnaar.
Die = ......
A
LW
B
ZN
C
AV
D
BN

Slide 8 - Quiz

Hij heeft drie zussen.
Drie = ........
A
BN
B
ZN
C
LW
D
TW

Slide 9 - Quiz

Hij zit in de gevangenis.
In = ..............
A
LW
B
VZ
C
TW
D
ZN

Slide 10 - Quiz

Wie is de winnaar van deze quiz?
Wie = .....
A
VRV
B
LW
C
ZN
D
BN

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
opdracht 1, 6, 8 en 9
Ook huiswerk voor dinsdag 4 juni
------------------------------------------------
Klaar? >> maak zelf een kruiswoordpuzzel met minimaal 6 woorden uit de lijst van blz. 154


timer
15:00

Slide 12 - Slide

HERHALING DRIE voornaamwoorden
1. Aanwijzend voornaamwoord: die, deze, dat, dit
2. Wederkerend voornaamwoord:
Ik schaam me (komt van: zich schamen)
Wij wassen ons (komt van: zich wassen)
Jij past je aan (zich aanpassen)
3. Vragend voornaamwoord: vraagt naar IETS of IEMAND
wie, wat, welke, wat voor een

Slide 13 - Slide

Huiswerk nakijken 
Opdr 1, 6, 8 en 9 (blz. 195 - 197)

Slide 14 - Slide