What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bijwoordelijke bepaling
15 minuten lezen!
timer
15:00
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
15 minuten lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Slide
Op welke vraag geeft een bijwoordelijke bepaling geen antwoord? Let op dit zijn niet alle vragen.
A
Waarom?
B
Wat?
C
Waar?
D
Hoe?
Slide 3 - Quiz
Geven alle bijwoordelijke bepalingen antwoord op een vraag? Zo nee, noteer drie voorbeelden.
Slide 4 - Open question
Wat is de eerste stap bij het ontleden van zinnen?
A
Zoek naar het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
B
De zinsdelen die overblijven, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.
C
Noteer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Quiz
Wat is de tweede stap bij het ontleden van zinnen?
A
Zoek naar het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
B
Noteer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.
C
De zinsdelen die overblijven, zijn meestal de bijwoordelijke bepaling.
Slide 6 - Quiz
Wat is de laatste stap bij het ontleden van zinnen?
A
Noteer het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.
B
Zoek naar het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
C
De zinsdelen die overblijven, zijn meestal de bijwoordelijke bepaling.
Slide 7 - Quiz
In alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
Gisteren hebben Luca en Jean een nieuwe fiets aangeschaft.
A
aangeschaft
B
een nieuwe fiets
C
hebben
D
Gisteren
Slide 10 - Quiz
Kijk goed naar de onderstaande zinnen die zijn opgedeeld in zinsdelen. Welke zinnen zijn goed verdeeldin zinsdelen en welke niet?
Juist
Onjuist
| Vorige week | gaf | Pieter | een bos bloemen | aan Christina.|
| Samen met Susan | heeft | Bart | een jas gekocht | in de winkel.|
| Marc | wilde | gisteren | een nieuwe | gele trui | kopen.|
Slide 11 - Drag question
Wat is het lijdend voorwerp en/of het meewerkend voorwerp en/of de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen bij de boekhandel voor de jarige docent.
A
lv: bij de boekhandel, mv: een cadeaubon, bwb: voor de jarige docent, vorige week
B
lv: voor de jarige docent, mv: bij de boekhandel, bwb: vorige week
C
lv: een cadeaubon, mv: voor de jarige docent, bwb: bij de boekhandel, vorige week.
D
lv: een cadeaubon, mv: voor de jarige docent, bwb: vorige week.
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
M2 P3 Grammatica week 11-1 les 10 bijwoordelijke bepaling
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Toets Grammatica: redekundig ontleden M1 periode 3
March 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammatica
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 4 - Herhalen voor toets
June 2020
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Herhaling taalverzorging H4 + H5
April 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2 HV les 8 112: mv, vzv, bwb
December 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica H1.4 - HAVO 2
November 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
HV2 week 10-2 les 8: herhaling lv mw / uitleg bijwoordelijke bep en voorzetselvoorwerp
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1