21.1 Geen indringers deel 2

21.1 Geen indringers deel 2
(herhaling huid en nieuw planten en afweer)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

21.1 Geen indringers deel 2
(herhaling huid en nieuw planten en afweer)

Slide 1 - Slide

Huid anatomie

Opperhuid:
- Hoornlaag: Dode cellen die afslijten
-Kiemlaag: Snel delende de cellen voor opperhuid en pigmentcellen 

Lederhuid:
Haarvaten, zweetklieren, talgklieren, haarzakjes, zenuwuiteinden.

Onderhuids bindweefsel:
Ook haarvaten+ vetweefsel voor isolatie en energiereserves

Slide 2 - Slide

Functies huid
  • Ziekteverwekkers tegenhouden
  • Bescherming tegen beschadigingen
  • Bescherming tegen uitdroging. Talgklieren helpen ook mee
  • Bescherming UV-straling door melanine --> pigment
  • Aanmaak vitamine D door melanine
  • Lichaamswarmte behouden

Slide 3 - Slide

Vanaf de kiemlaag bewegen de huidcellen
naar de buitenkant.
Tijdens dit proces gaan zij dood. Hoe komt dat?
A
door blootstelling aan UV-straling gaan ze dood
B
door beweging schuren ze kapot
C
ze krijgen geen voedingsstoffen en zuurstof meer

Slide 4 - Quiz

Door een schaafwond is een deel van de opperhuid licht beschadigd.
Welke van de genoemde problemen is GEEN gevolg van de wond?

A
Bacteriën kunnen binnendringen en een infectie veroorzaken
B
Er is vochtverlies doordat de normaal aanwezige dode huidcellen de verdamping niet meer tegengaan
C
De wond doet pijn door voortdurende prikkeling van zenuweinden
D
De wond geneest slecht doordat de laag met delende cellen is aangetast

Slide 5 - Quiz

Casus brandwonden:
Hitte, een chemische stof of elektriciteit kunnen de huid beschadigen, er ontstaan brandwonden. Bij een beschadigde huid kunnen bacteriën makkelijk het lichaam binnendringen. Mensen met ernstige brandwonden (derdegraads) gaan voor behandeling naar een van de drie brandwondencentra in Nederland. Na behandeling van diepe brandwonden ontstaan littekens die niet meer weggaan.
Noem twee andere ernstige gevolgen van brandwonden.

Slide 6 - Open question

Verklaar in 1 korte zin dat bij een eerstegraads verbranding en een oppervlakkige tweedegraads verbranding de huid spontaan kan genezen.

Slide 7 - Open question

Planten en afweer
  • Planten zijn over het algemeen plaatsgebonden en dat betekent dus
     vluchten kan niet meer!
  • Planten hebben te maken met klimatologische omstandigheden    zoals extreme kou of droogte.
  • Planten hebben te maken met milieu-invloeden: Hoge zoutconcentratie (zeewater), zware metalen (bijvoorbeeld zink), etc.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Twee verschillende vormen van afweer bij planten
  1. De afweer tegen ziekteverwekkers = pathogenen
    Welke pathogenen ken je? 
  2. De afweer van planten tegen planteneters
    Welke planteneters ken je?

Slide 10 - Slide

Afweer tegen ziekteverwekkers
  • Planten worden aangevallen door bacteriën, virussen, schimmels en 
     eencelligen. 
  • Planten kunnen mechanisch en chemisch op een ziekteverwekker
     reageren. 
  • In tegenstelling tot dieren repareren ze geen aangetast weefsel. 
  • Ze sluiten aangetaste delen af of offeren die op.

Slide 11 - Slide

Wat kan een plant bij aanval doen?
* Afzetten van suikers tegen de aangetaste celwand.
* Afsluiten van verbindingen tussen de cellen.
* Houtstof (lignine) afzetten als barrière.
* Maken van stoffen die bacteriën en schimmels doden.
* Enzymen maken die de celwand van de ziekteverwekkers   afbreken.
* Enzymen maken die het RNA van virussen tegenhoudt.





Slide 12 - Slide

Schimmelinfectie (Valse meeldauw) bij wijnstok (druivenplant)
https://wijnwetenschap.nl/wijngaard/plasmopara-viticola-effectoren/

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Afweer tegen planteneters: direct of indirect
Planteneters (herbivoren), alleseters (omnivoren) en parasieten belagen planten (bron van energie en voedingsstoffen voor de belagers). 

Bij de directe afweer treft de plant de eter zelf: moeilijk eetbare planten. 

Bij de indirecte afweer is de vijand van je vijand jouw vriend.



Slide 15 - Slide

Mechanische afweer bij planten. 
Welke herken je?

Slide 16 - Slide

Braam, 
Distel, 
Roos, 
Vuurdoorn

Slide 17 - Slide

Directe en indirecte afweer bij planten
Direct
Om je eters direct te treffen kun je als plant moeilijk eetbaar worden. (Brand)haren, stekels en een gladde of dikke cuticula maken het opeten van bladeren niet makkelijk. 
Planten kunnen ook bittere (spruitjes) of giftige stoffen (amandelpit) maken. Dat zijn secundaire metabolieten (stofwisselingsproducten) en sommige kunnen het zenuwstelsel van de eter verlammen of een schimmelplaag ontregelen.

Indirect

Wanneer de plant de aanval niet heeft kunnen afslaan en er toch eenmaal gegeten wordt, dan kan de plant vijanden van zijn eters lokken.
Tarwe en katoenplanten maken lokstoffen voor insecten die de aanvallers doden of opeten.

Slide 18 - Slide

Chemische afweer bij planten
Wanneer luizen de spruitjes plant belagen produceert de plant sinigrine. Deze stof trekt weer koolvliegen aan die luizen op hun menu hebben staan.
Caffeïne maakt insecten verslavend zodat ze steeds terugkeren op de koffieplant (bestuiving). Tegelijkertijd weert caffeïne ook vraatinsecten.

Slide 19 - Slide

De mens profiteert van de verschillende afweermechanismen van planten. Zo maken wij gebruik van vele chemische afweerstoffen van planten. Welke stoffen zijn chemische afweerstoffen van planten?
Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
Nicotine
B
Salicylzuur
C
Cocaïne
D
Morfine

Slide 20 - Quiz

Planten met een chemisch afweermechanisme vinden vaak farmaceutische toepassingen
Taxus: een extract (Taxol) van deze boom werk als cytostaticum
Paclitaxel wordt gebruikt bij chemotherapie en is werkzaam vanwege zijn stabiliserende effect op microtubuli. Hierdoor kunnen cellen niet meer delen en kun je de groei van bepaalde carcinomen remmen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Huiswerk
Bestudeer 21.1
Maken 1 tm 9

Slide 23 - Slide