Ecologie Les 11: Fosfaat en successie

Fosfaat en successie
Th. 16 Ecologie §3 en 4
VWO 5


1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fosfaat en successie
Th. 16 Ecologie §3 en 4
VWO 5


Slide 1 - Slide

Deze les
- Fosfaatkringloop §3
- Successie §4

- Vragen over de toetsstof


Slide 2 - Slide

Er is een kringloop van fosfaat, wat is geen kringloop?
"De kringloop van ..."
A
Koolstof
B
Energie
C
Stoffen
D
Stikstof

Slide 3 - Quiz

Wat is het scheikundige symbool voor stikstof?
A
P
B
N
C
S
D
O

Slide 4 - Quiz

Waar in de kringloop bevindt zich de meeste koolstof en stikstof?
A
Atmosfeer
B
Organische stoffen
C
Lithosfeer
D
Water

Slide 5 - Quiz

Waar in de kringloop bevindt zich de meeste fosfaat?
A
Atmosfeer
B
Organische stoffen
C
Lithosfeer
D
Water

Slide 6 - Quiz

Fosfaten
Fosfaten bevinden zich in de lithosfeer. Door verwering komt fosfaat vrij.
Fosfaat is nodig voor organische stoffen als: DNA, ATP, fosfolipiden.

Planten nemen fosfaat op. Andere organismen krijgen (direct of indirect) via planten hun fosfaat.

Reducenten breken resten van organismen af. Hierdoor komt fosfaat weer vrij.

Slide 7 - Slide

Fosfaten
Planten nemen Pi op (PO42-)

Bacterien/schimmels zijn nodig om fosfaat 'los te weken' uit de bodem.
Zij krijgen organische stoffen van de plant: mutualisme.

Slide 8 - Slide

Fosfaten
Bemesten met fosfaat kan opbrengst verhogen.
Echter nu bevatten veel ecosystemen zeer veel fosfaat (door mensen en door dierlijke mest).

Via rwzi's (door PAO's) wordt veel fosfaat teruggewonnen als meststof.

Slide 9 - Slide

Oefenen
Maak op blz. 289/290
opdr. 2, 3 en 6

Lees: "Menselijke invloeden op de fosforkringloop": vraag 2
"Fosfaten opnemen": opdr. 3 en 6

Slide 10 - Slide

  • kunnen beschrijven hoe veranderende abiotische en biotische factoren de drijvende kracht zijn achter een successiereeks

Slide 11 - Slide

Successie

Slide 12 - Slide

Successie
Levensgemeenschappen volgen elkaar op. Tot een stabiel ecosysteem ontstaat: climaxecosysteem.

Pioniersecosysteem: eerste organismen die zich vestigen.
Subclimax: ecosysteem in een successiereeks instantgehouden door mensen.

Slide 13 - Slide

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 14 - Quiz

Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 15 - Quiz

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 16 - Quiz

Wat voor ecosysteem
heide?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
C
Subclimax

Slide 17 - Quiz