Informatieve teksten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2,4

Periode 3

lezen/ luisteren

Schrijven (schrijfexamen in maart)

Spelling

Informatieve teksten

Hoe betrouwbaar is deze tekst?

Welk doel heeft deze tekst?

Hoe zie je dat?

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?

1. Ingezonden brief
2. Advertentie
3. Weblog
4. Nieuwsbericht

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?

1. recept
2. stripverhaal
3. planning
4. affiche

Voorbeelden van informatieve teksten zijn:

1. het journaal, reclamefilmpjes en series
2. nieuwsberichten, documentaires en reportages
3. speelfilms, documentaires en filmpjes van influencers

Een informatieve tekst heeft een inleiding, middenstuk en slot.

1. Waar
2. Niet waar

Bestaat een informatieve tekst alleen maar uit feiten?

1. Ja, er worden geen meningen in genoemd
2. Nee, in een informatieve tekst staan vooral feiten, maar er kunnen net zo goed meningen in staan
3. Nee, in een informatieve tekst worden vooral meningen genoemd, maar wel van voor- & tegenstanders

Wat is een informatieve tekst?

1. kookboek
2. anti-rook campagne
3. advertentie
4. recensie

Een informatieve tekst...

1. ... probeert je ergens van te overtuigen.
2. ... probeert je aan het lachen te maken.
3. ... probeert je alleen informatie te geven.
4. ... probeert je ergens toe over te halen.

Wat voor informatieve tekst is dit?

1. Een nieuwsbericht
2. Een achtergrondartikel
3. Een voorlichtingsfolder
4. Een interview

Wat voor informatieve tekst is dit?

1. Een nieuwsbericht
2. Een achtergrondartikel
3. Een voorlichtingsfolder
4. Een interview

Is een betoog over gebruik van de mobiele telefoon een informatieve tekst?

1. Ja
2. Nee

Wat voor informatieve tekst is dit?

1. Een nieuwsbericht
2. Een achtergrondartikel
3. Een voorlichtingsfolder
4. Een interview

Welke uitspraken over informatieve teksten zijn juist?
Een informatieve tekst

1. bevat tekeningen die laten zien hoe je met iets aan de slag kunt.
2. kun je bijvoorbeeld vinden op de voorpagina van een krant.
3. heeft een specifieke lay-out en kenmerken.
4. informeert je over hoe je iets moet doen.

Dit past beter bij een informatieve tekst:

1. objectief
2. subjectief

Dit past beter bij een informatieve tekst:

1. beschrijven
2. betogen

maken 3F

- Opdracht 1: Dichter bij het nieuws dan ooit.

- Opdracht 2: Aangifte doen.

- Opdracht 3: Extra opdracht 1: Is mail vervuilend?

maken 2F

- Opdracht 1: Generatie Z.

- Opdracht 2: In je bubbel.

- Opdracht 3: Extra opdracht 1: Online boodschappen doen.

Werkwoordspelling verleden tijd

smurftruc

ik smurfde = ik vorm + te of de

hij smurfde = ik vorm + te of de

wij smurfden = ik vorm + ten of den

De kaars (branden) gisteren op

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
2. Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.

Afgelopen weken ... (besteden, verleden tijd) we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

De hond (blaffen) gisteren heel hard

Ik (wassen) mijn handen nadat ik de slang had gehanteerd

Ik (antwoorden) dat ik de piranha niet wilde aaien

De antilopen (vluchten) voor de cheeta's

Maken:

Lezen/luisteren 2.1

Woordenschat 1.4

Taalverzorging 2.2 + 2.3

Schrijfopdracht 2

Spreken

Examen: betoog van MINIMAAL 6 minuten

Hoe het niet moet

https://www.youtube.com/watch?v=_jaYPZcVbH0

Wat zou je anders doen?

Opdracht:

Bedenk een stelling voor je examen betoog.

Woordenschat

synoniem: woord met dezelfde betekenis

tegenstelling: tegenovergestelde betekenis van een woord.

www.synoniemen.net