Een zin geeft weer wat er met het onderwerp aan de hand is, wat het onderwerp overkomt of doet.
Zoek de persoonsvorm (pv): maak de zin vragend.
Zoek het onderwerp (o): Zet Wie / Wat voor de pv.
- Ik schop de bal
- Schop ik de bal? PV=schop / Wie schopt de bal? Ik = onderwerp
- Wij gaan rekenen
- Gaan wij rekenen? PV = gaan / Wie gaan (rekenen)? Wij = onderwerp