Grammatica

Hun of hen ?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon of zaak zonder die te noemen.
- Hen gebruik je in dat geval alleen:
  In combinatie met een voorzetsel OF als lijdend voorwerp
Hun gebruik je als persoonlijk voornaamwoord ALLEEN als meewerkend voorwerp. DUS NIET als onderwerp.
Hun komt daarnaast voor als bezittelijk voornaamwoord.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hun of hen ?
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon of zaak zonder die te noemen.
- Hen gebruik je in dat geval alleen:
  In combinatie met een voorzetsel OF als lijdend voorwerp
Hun gebruik je als persoonlijk voornaamwoord ALLEEN als meewerkend voorwerp. DUS NIET als onderwerp.
Hun komt daarnaast voor als bezittelijk voornaamwoord.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Maak een zin met minimaal 10 woorden waarbij je 'hen' gebruikt als lijdend voorwerp en 'hen' in combinatie met een voorzetsel

Slide 4 - Open question

Maak een zin met minimaal 10 woorden waarbij je 'hun' gebruikt als meewerkend voorwerp en 'hun' gebruikt als bezittelijk voornaamwoord.

Slide 5 - Open question

Maak een zin met minimaal 10 woorden waarbij je grammaticaal correct 'hen' en 'hun' gebruikt.

Slide 6 - Open question

Onjuiste samentrekkingen
Fout in vorm
Fout in betekenis
Fout met betrekking tot functie (Grammaticaal)

Slide 7 - Slide

Wanneer niet weglaten?
Bij een verschil in grammaticale functie  (onderwerp, meewerkend voorwerp, koppelwerkwoord, lijdend voorwerp)

Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi (‘zijn broek’ is in de eerste zin onderwerp en de tweede zin lijdend voorwerp)

Slide 8 - Slide

Wanneer niet weglaten?
Wanneer er een verschil in grammaticale vorm is:
Voorbeeld:
Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd 
(" er worden huizen gebouw" is weggelaten. Is niet het zelfde als er wordt)

Slide 9 - Slide

Wanneer weglaten?
Bij verschil in betekenis


De boot was goed uitgerust en de bemanning ook.
Ze pakte haar ov-chipkaart en de trein.

Slide 10 - Slide

Stappen
Stel vast wat er is weggelaten:
Maak een volledige zin
Gaat het om een fout met betrekking tot de vorm, dan kom je daar zo vrij snel achter.
Is er niets mis met de vorm, kijk dan naar de betekenis van 
de werkwoorden in de zin.
Als daar niets mis mee is, moet je (helaas) de zinnen gaan ontleden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide