Geef van de volgende gesprekken aan of ze formeel of informeel zijn:
- Je te laat melden bij de conciërge
- Met je vriendin afspreken om naar de film te gaan
- Je leraar een vraag stellen over het proefwerk dat je net terug hebt gekregen
- Een kaartje kopen bij de balie van de bioscoop
- Een gesprek bij mentorles, met de hele klas
- Bij de supermarkt om een baantje vragen
- Een kaartje voor het schoolfeest halen bij een docent
- Een gesprek met je oma over hoe het op school gaat
- Bij de bibliotheek vragen waar de stripboeken staan