§6.3 Belasting over jouw spaargeld?

Lesprogramma
Uitleg §6.3 (40 min.)
Weet je het nog hoofdstuk 6: 24 t/m 32


1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesprogramma
Uitleg §6.3 (40 min.)
Weet je het nog hoofdstuk 6: 24 t/m 32


Slide 1 - Slide

§6.3 Belasting over jouw spaargeld

Slide 2 - Slide

Terugblik
  1. Pak jouw boek erbij.
  2. Pak een rekenmachine
  3. Pak pen en papier.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen inkomen en belastbaar inkomen?

Slide 5 - Open question

Geef een voorbeeld van een aftrekpost om bepaalde gedrag te stimuleren.

Slide 6 - Open question

Kay heeft een maandinkomen van € 2.195. Hij heeft een aftrekpost van € 1.291 voor reizen met openbaar vervoer en vanwege giften een aftrekpost van € 975. Bereken het belastbaar inkomen.

Slide 7 - Open question

De WOZ-waarde van een huis in Noord-Deurningen is € 195.000. Het eigenwoningforfait is 0,75% daarvan. Bereken het bedrag van het eigenwoningforfait.

Slide 8 - Open question

Kay verdient € 32.900. Zijn eigen woning heeft een WOZ-waarde van € 221.000. Eigenwoningforfait is 0,75% van de WOZ-waarde. Voor de hypotheek betaalt hij jaarlijks € 3.400 aan rente. Giften aan goede doelen is € 987. Reiskosten voor openbaar vervoer zijn € 560. Bereken het belastbaar inkomen.

Slide 9 - Open question

Huiseigenaren hebben bij de inkomstenbelasting een nadeel. Wat is dat nadeel?

Slide 10 - Open question

Huiseigenaren hebben bij de inkomstenbelasting een voordeel. Wat is dat voordeel ?

Slide 11 - Open question

Het tarief van de inkomstenbelasting is volgens de grafiek?
A
Degressief
B
Progressief
C
Proportioneel

Slide 12 - Quiz

Volgens de aanslag van de Belastingdienst ben je over het afgelopen jaar € 6.452 inkomstenbelasting verschuldigd. Vorig jaar is er elke maand € 583 aan loonheffing ingehouden. Hoeveel belasting krijg je terug of moet je nog bijbetalen?

Slide 13 - Open question

Leerdoelen §6.3:

  1. Wat is de vermogensrendementsheffing in box 3?
  2. Wat is heffingskorting?
  3. Hoe bereken je uiteindelijk de inkomstenbelasting?

Slide 14 - Slide

Leerdoel 1:
Wat is de vermogensrendementsheffing in box 3?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Jan en Jo hebben samen € 31.500 spaargeld en € 34.640 aan beleggingen. Voor hen samen is het heffingsvrij vermogen € 50.000. Bereken de belasting in box 3 voor Jan en Jo.

Slide 24 - Open question

Tot zover…

Slide 25 - Slide

Vervolg §6.3

Slide 26 - Slide