Werkwoorden avoir, ww-er 1VMH.

Oefenen werkwoorden so
Avoir
ww-er:
aimer = houden van
détester = haten
préférer = liever hebben
donner = geven
manger = eten
acheter = kopen

parler = praten



1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen werkwoorden so
Avoir
ww-er:
aimer = houden van
détester = haten
préférer = liever hebben
donner = geven
manger = eten
acheter = kopen

parler = praten



Slide 1 - Slide

Avoir

Slide 2 - Slide

J'ai
Tu as
Il a
Elle a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Elles ont
Ik heb
Jij hebt
Hij heeft
Zij heeft
Wij hebben
Jullie hebben
Zij hebben
Zij hebben (vr.mv)

Slide 3 - Drag question

Vul de juiste vorm van avoir in:
Tu………………………. un frère?

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ……………………. un chien ?

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ……………………. une bonne note

Slide 6 - Open question

Werkwoorden -er

Slide 7 - Slide

Hoe vervoeg je een werkwoord op -er? Leg uit.

Slide 8 - Open question

Kies de juiste vorm van het werkwoord

Slide 9 - Slide

Il ....... le judo et la danse (détester)
A
détestes
B
déteste
C
détestons
D
détestez

Slide 10 - Quiz

Tu ........ un pain au chocolat? (manger)
A
manges
B
mangent
C
mangez
D
mange

Slide 11 - Quiz

Nous ....... le rap français. (aimer)
A
aimes
B
aime
C
aimez
D
aimons

Slide 12 - Quiz

Ils ........ regarder Netflix. (adorer)
A
adorent
B
adore
C
adores
D
adorons

Slide 13 - Quiz

Elle ..... une glace. (acheter)
A
achetez
B
achètes
C
achète
D
achetons

Slide 14 - Quiz

Je ..... une présentation. (donner)
A
donnez
B
donnes
C
donne
D
donnons

Slide 15 - Quiz