3.3 Lezen - Talent

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Nederlands klas 2

• Pak je schrift en ga rustig zitten
• Pak je benodigdheden alvast op tafel

Lekker lezen

• Pak je schrift en begin met lezen
• We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen

Startopdracht

Startopdracht

Schrijf 3 zinnen in je schrift. Natuurlijk gebruik je hoofdletters en leestekens.

1. Een feit over afgelopen weekend. 
2. Jouw mening over afgelopen weekend. 
3. Een argument bij jouw mening. 

• Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
• Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
• We luisteren naar elkaar, ook om te leren.
• We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Afspraken

Check
Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

3.3 Lezen

In deze paragraaf ga je leren:

-hoe je feiten/meningen en argumenten herkent

-wat een tekstverband van reden/argument is

- wat een tekstverband van samenvatting/conclusie is

- wat een betoog is

- hoe je tekstdoelen kunt herkennen

blz. 164 - signaalwoord REDEN

Oefenen - reden

voorbeeld:

• Ik vind dat een goede serie, omdat die zo spannend is.

Vul aan en kies uit -daarom, immers, namelijk, omdat, vanwege, want-

Mijn broer heeft het heel druk ...

Bram gaat niet naar school ...

De kinderen zijn ziek ...

Tekstdoelen

Wat is het?

Waar gebruik je het voor?

Waarom is het goed om te weten wat het tekstdoel van een schrijver is?

Tekstdoelen

tekstdoel	bedoeld om	voorbeeld
informeren	informatie te geven	nieuwsbericht/handleiding
activeren	je iets te laten doen	advertentie/uitnodiging
amuseren	je te vermaken	strip/boek
overtuigen	je over te halen/ met iemand eens te zijn.	recensie/review/betoog

Het betoog

Een betoog is een tekst of een verhaal waarin iemand jou ergens van overtuigd. 

Als je een betoog schrijft heeft het een vaste indeling.

1 inleiding-> mening over de stelling/het onderwerp

2 kern-> drie alinea's met drie verschillende argumenten bij het onderwerp

3 slot-> eindoordeel met conclusie en nogmaals de mening

Paragraaf 3.3

Feit, mening en argument.

Als je vertelt wat je vindt, geef je je mening. 

Als je vertelt waarom je dat vindt gebruik je een argument. 

Een argument kan een feit of een mening zijn, een feit kun je controleren.

Hoe sterker je argument, hoe overtuigender het is. 

Talent  Lezen blz. 162

Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen

Instructie en aantekeningen

Aan het werk!
Hoe pak jij het deze les aan?

Ik wil graag nog meer uitleg van de docent

Ik ga de opdrachten maken

Vandaag	leestoets...
Wat?	afronden Lezen 3.3 > maak Test jezelf online
Hoe?	samen opdrachten maken uit het boek
Hulp	zachtjes overleggen, steek je vinger op
Tijd	Timer
Klaar?	NUMO

Aan het werk (blz. 162 ev)

3.3 Lezen

In deze paragraaf heb je geleerd dat:

• meningen en argumenten herkennen;

• signaalwoorden die een reden aangeven;

• wat een betoog is;

• signaalwoorden die een conclusie aangeven;

• hoe je het tekstdoel overtuigen herkent.

Hoe is het deze les gegaan?

😒🙁😐🙂😃

Bij de les?

Alle opdrachten af?

Vragen?

Volgende les...